2VMBO-KGT: Paragraaf_5.3_5_8

Leerdoelen:
  • Aan het einde van de les ken je de betekenis van 'Woorden 1';
  • Aan het einde van de les ken je de betekenis van 'Woorden 2'.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen:
  • Aan het einde van de les ken je de betekenis van 'Woorden 1';
  • Aan het einde van de les ken je de betekenis van 'Woorden 2'.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen 'missie' en 'visie'?

Slide 2 - Open vraag

Maak een zin waarin je de woorden 'richtlijn', 'op de langere termijn' en 'een stap in de goede richting' gebruikt.

Slide 3 - Open vraag

Geef twee van jouw eigen ambities: een ambitie op de korte termijn en een op de lange termijn.

Slide 4 - Open vraag

Maak in 'Wij zoeken ... medewerkers' van het woord "ambitie" een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 5 - Open vraag

Maak in 'Wat een ... plan!' van het woord "ambitie" een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 6 - Open vraag

Welk woord hoort in de zin? De huisarts gaf ... voor een gezonde voeding.
A
op de korte termijn
B
oppervlakkig
C
richtlijnen
D
terecht

Slide 7 - Quizvraag

De vermiste student is weer ....
A
een stap in de goede richting
B
terecht
C
permanent
D
oppervlakkig

Slide 8 - Quizvraag

We hebben het over niets bijzonders gehad. Het was een ... gesprekje.
A
terecht
B
ten onrechte
C
permanent
D
oppervlakkig

Slide 9 - Quizvraag

Hij verdient goed. Zijn ambitieuze plan is een ... succes.
A
commercieel
B
ten onrechte
C
op de korte termijn
D
op de lange termijn

Slide 10 - Quizvraag

Het is ... dat wij morgen huiswerkvrij krijgen, want er is een hittegolf.
A
draaiende houden
B
ambitie
C
onterecht
D
terecht

Slide 11 - Quizvraag

Jij geeft mij ... hiervan de schuld, want ik heb dat niet gedaan.
A
terecht
B
ten onrechte
C
permanent
D
oppervlakkig

Slide 12 - Quizvraag

Woorden 2:
absurd: heel raar en belachelijk
de bedreiging: iets waar je bang voor bent
fiks: flink, behoorlijk (in aantal)
handjevol: enkele
het komt erop aan: het is spannend en belangrijk of iets wel of niet gebeurt
in volle gang zijn: bezig zijn
de meevaller: voordeel dat je niet had verwacht
onverschrokken: zonder angst, moedig
de puntjes op de i zetten: iets heel precies in orde maken
ruimschoots: volop, meer dan genoeg

Slide 13 - Tekstslide

Onderwaterstrijken
Een onderwatersportvereniging wil het wereldrecord onderwaterstrijken ruimschoots verbeteren. De voorbereidingen zijn in volle gang. Eerder is al geoefend, maar dat was met slechts een handjevol duikers en strijkplanken. Maar nu nadert de datum van de recordpoging en moeten de puntjes op de i worden gezet. Gisteren is een fiks aantal strijkplanken op de bodem van een zwembad geplaatst. Vandaag zullen 156 duikers met 156 strijkbouten aan de slag gaan. Het komt er nu echt op aan!
De duikers hebben al een meevaller: het water is niet meer zo koud als gedurende het oefenstrijken.

Zou jij willen meedoen aan deze recordpoging? Waarom wel of niet?

Slide 14 - Tekstslide

Maak een zin met het woord 'meevaller'. Begin zo: Het was voor mij een meevaller dat...

Slide 15 - Open vraag

Welk woord hoort in de zin? 'Als we een bus eerder nemen, zijn we ... op tijd.'
A
ruimschoots
B
fiks
C
absurd
D
handjevol

Slide 16 - Quizvraag

'Gebrek aan schoon drinkwater is een ... voor de gezondheid.'
A
absurd
B
bedreiging
C
meevaller
D
onverschrokken

Slide 17 - Quizvraag

'Wie in het donker zonder licht fietst, kan een ... boete krijgen. Dat is veel geld!'
A
bedreiging
B
handjevol
C
meevaller
D
fikse

Slide 18 - Quizvraag

Treinkaartjes duurder in de spits? Een ... voorstel vonden de reizigers.
A
absurd
B
onverschrokken
C
ruimschoots
D
handjevol

Slide 19 - Quizvraag

De soldaten reageerden ... toen ze tijdens hun missie werden beschoten.
A
onverschrokken
B
bedreiging
C
ruimschoots
D
meevaller

Slide 20 - Quizvraag

Maak een zin met 'de puntjes op de i zetten'.

Slide 21 - Open vraag

Maak een zin met 'in volle gang zijn'.

Slide 22 - Open vraag

Tegenstellingen. Wat is de tegenstelling van 'meevaller'?

Slide 23 - Open vraag

Tegenstellingen. Wat is de tegenstelling van 'oppervlakkig'?

Slide 24 - Open vraag

Tegenstellingen. Wat is de tegenstelling van 'op de lange termijn'?

Slide 25 - Open vraag

Tegenstellingen. Wat is de tegenstelling van 'onverschrokken'?

Slide 26 - Open vraag

Tegenstellingen. Wat is de tegenstelling van 'terecht'?

Slide 27 - Open vraag

Voorvoegsels. Wat is het voorvoegsel van 'ten onrechte'?

Slide 28 - Open vraag

Voorvoegsels. Wat is het voorvoegsel van 'bedreiging'?

Slide 29 - Open vraag

Voorvoegsels. Wat is het voorvoegsel van 'onverschrokken'?

Slide 30 - Open vraag

Achtervoegsels. Wat is het achtervoegsel van 'commercieel'?

Slide 31 - Open vraag

Achtervoegsels. Wat is het achtervoegsel van 'oppervlakkig'?

Slide 32 - Open vraag

Achtervoegsels. Wat is het achtervoegsel van 'bedreiging'?

Slide 33 - Open vraag