Gaswisseling basisstof 1 - ademhalingsstelsel mens_kb4

Gaswisseling
Gaswisseling
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gaswisseling
Gaswisseling

Slide 1 - Tekstslide

In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats.
Gaswisseling is....
A
Koolstofdioxide in je bloed en zuurstof eruit
B
De verbranding van zuurstof en het ontstaan van koolstofdioxide
C
Het wisselen van rode en witte bloedcellen
D
Zuurstof in je bloed en koolstofdioxide uit je bloed

Slide 2 - Quizvraag

Welke organen samen vormen het ademhalingsstelsel?
A
longen en luchtpijp
B
mondholte, een long, en neus
C
mondholte, neusholte, luchtpijp en longen
D
longen, hart, hersenen en luchtpijp

Slide 3 - Quizvraag

Ademhalingsstelsel bestaat uit:

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is het gezonder om door je neus adem te halen?

Slide 5 - Woordweb

Waarom is de neusademhaling beter dan de mondademhaling?
A
Dan komt de lucht gelijk in de luchtpijp
B
Lucht wordt vochtiger en warmer
C
Lucht wordt kouder en droger
D
Lucht heeft een kortere weg af te leggen naar de luchtpijp

Slide 6 - Quizvraag

Lucht gaat langs de huig en komt in de keelholte
1
In je strottenhoofd liggen je stembanden. Die gebruik je tijdens het praten.
!
Lucht in de luchtpijp
3
Tijdens het slikken, sluit de huig.
Daardoor kan voedsel niet in de neusholte terecht komen.
4
Tijdens het slikken, sluit het strotklepje.
Daardoor kan voedsel niet in de luchtpijp terecht komen.
5
Lucht komt langs het strotklepje en gaat naar de luchtpijp
2
Tijdens het slikken, 
sluit de huig niet.
Daardoor kan voedsel 
in de neusholte 
terechtkomen.
6
Tijdens het slikken, sluit het strotklepje niet.
Daardoor kan voedsel in de luchtpijp terecht komen.
7
Keelholte en strottenhoofd 
Klik op de nummertjes voor uitleg.

Slide 7 - Tekstslide

Je verslikt je als de huig en het strotklepje niet goed sluiten
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de stand van de huig en het strottenklepje tijdens het eten?
A
Huig en strottenklepje gesloten
B
Huig geopend en strottenklepje gesloten
C
Huig gesloten en strottenklepje geopend
D
Huig en strottenklepje geopend

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Link

Bronchiën 
De luchtpijp splitst zich in 2 takken: de bronchiën

Ze vertakken zich in steeds kleinere buisjes en eindigen in longblaasjes

Ook de wanden van de bronchien 
en longblaasjes zijn bedekt met slijmvlies

Slide 11 - Tekstslide

Bij welke delen is de wand verstevigd met kraakbeenringen?
A
Alleen bij de luchtpijp
B
Alleen bij de bronchien
C
Alleen bij de luchtpijp en de bronchien
D
Bij luchtpijp, bronchiën en luchtpijptakjes.

Slide 12 - Quizvraag

Bronchiën
Luchtpijp
Vertakkingen
bronchiën
Longblaasjes

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Link

Longblaasje 1 cellaag dik!

Slide 15 - Tekstslide

Welke weg legt lucht af?

De goede volgorde is...
A
Luchtpijp, bronchiën, longblaasjes
B
Luchtpijp, longblaasjes, bronchiën
C
Bronchiën, luchtpijp, longblaasjes

Slide 16 - Quizvraag

Bloed dat naar de longblaasjes toestroomt is...
A
Zuurstofarm en koolstofdioxide rijk
B
Zuurstofrijk en koolstofdioxide arm
C
Zuurstofarm en koolstofdioxide arm
D
Zuurstofrijk en koolstofdioxide rijk

Slide 17 - Quizvraag

Wat wordt er uitgewisseld in de longblaasjes?
A
Zuurstof in, Koolstofdioxide uit
B
Koolstofdioxide in, Zuurstof uit
C
Stikstof in, Koolstofdioxide uit
D
Zuurstof in , Stikstof uit

Slide 18 - Quizvraag

Heeft ingeademde lucht dezelfde samenstelling als uitgeademde lucht?
A
JA
B
NEE

Slide 19 - Quizvraag

Samenstelling lucht (leren!)

Slide 20 - Tekstslide

Samenstelling lucht       

koolstofdioxide 

waterdamp

zuurstof
ingeademde lucht
uitgeademde lucht
weinig
weinig
weinig
veel
veel
veel

Slide 21 - Sleepvraag

Borst- en buikademhaling

Slide 22 - Tekstslide

Bij welke ademhaling wordt voornamelijk gebruik gemaakt van het middenrif?
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling

Slide 23 - Quizvraag

Welke volgorde bij inademen bij borstademhaling?
1. Borstholte worden groter
2. Longen worden groter
3. Ribbenkas omhoog
4. Lucht stroomt naar binnen

A
4 - 3 - 2 - 1
B
3 - 2 - 1 - 4
C
4 - 3 - 1 - 2
D
3 - 1 - 2 - 4

Slide 24 - Quizvraag

Bij deze ademhaling bewegen de ribben en het borstbeen
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling

Slide 25 - Quizvraag

HUISWERK
blz 223 tm 227 / opdr 1 tm 6

Slide 26 - Tekstslide

Gaswisseling

Slide 27 - Tekstslide