Gaswisseling thema 5 kb4

Gaswisseling
Gaswisseling
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gaswisseling
Gaswisseling

Slide 1 - Tekstslide

Gaswisseling?

Slide 2 - Woordweb

Ademhalingsstelsel

Slide 3 - Tekstslide

Welke organen samen vormen het ademhalingsstelsel?
A
longen en luchtpijp
B
mondholte, een long, en neus
C
mondholte, neusholte, luchtpijp en longen
D
longen, hart, hersenen en luchtpijp

Slide 4 - Quizvraag

Neusholte en mondholte
De neusholte: bedekt met neusslijmvlies dat door slijmproducerende cellen wordt gemaakt. In het neusslijmvlies lopen ook bloedvaten. Ook zitten er neusharen en trilharen.

slijm-> maakt lucht vochtig; hieraan kleven kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers
bloedvaten->verwarmt lucht
neusharen-> vangen grote stofdeeltjes
trilharen-> verplaats slijm naar keelholte zodat het doorgeslikt kan worden.
Reukorgaan ->  keurt de lucht



Slide 5 - Tekstslide

Waarom is het gezonder om door je neus adem te halen?

Slide 6 - Woordweb

Keelholte en strottenhoofd
In de keelholte zitten de huig en het strottenklepje.
De huig: sluit de neusholte af als je voedsel inslikt. 
De strottenklep:sluit de luchtpijp af.

In het strottenhoofd zitten de stembanden.

Slide 7 - Tekstslide

Lucht gaat langs de huig en komt in de keelholte
1
In je strottenhoofd liggen je stembanden. Die gebruik je tijdens het praten.
!
Lucht in de luchtpijp
3
Tijdens het slikken, sluit de huig.
Daardoor kan voedsel niet in de neusholte terecht komen.
4
Tijdens het slikken, sluit het strotklepje.
Daardoor kan voedsel niet in de luchtpijp terecht komen.
5
Lucht komt langs het strotklepje en gaat naar de luchtpijp
2
Tijdens het slikken, 
sluit de huig niet.
Daardoor kan voedsel 
in de neusholte 
terechtkomen.
6
Tijdens het slikken, sluit het strotklepje niet.
Daardoor kan voedsel in de luchtpijp terecht komen.
7
Keelholte en strottenhoofd

Slide 8 - Tekstslide

Je verslikt je als de huig en het strotklepje niet goed sluiten
A
JA
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Link

Slide 11 - Video

Bij welke delen is de wand verstevigd met kraakbeenringen?
A
Alleen bij de luchtpijp
B
Alleen bij de bronchien
C
Alleen bij de luchtpijp en de bronchien
D
Bij luchtpijp, bronchiën en luchtpijptakjes.

Slide 12 - Quizvraag

Bronchiën 
De luchtpijp splitst zich in 2 takken: de bronchiën

Ze vertakken zich in steeds kleinere buisjes en eindigen in longblaasjes

Ook de wanden van de bronchien 
en longblaasjes zijn bedekt met slijmvlies

Slide 13 - Tekstslide

Bronchiën
Luchtpijp
Vertakkingen
bronchiën
Longblaasjes

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Link

Longblaasje 1 cel dik!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

De goede volgorde is...
A
Luchtpijp, bronchiën, longblaasjes
B
Luchtpijp, longblaasjes, bronchiën
C
Bronchiën, luchtpijp, longblaasjes

Slide 18 - Quizvraag

Heeft ingeademde lucht dezelfde samenstelling als uitgeademde lucht?
A
JA
B
NEE

Slide 19 - Quizvraag

Samenstelling lucht

Slide 20 - Tekstslide

Samenstelling lucht       

koolstofdioxide 

waterdamp

zuurstof
ingeademde lucht
uitgeademde lucht
weinig
weinig
weinig
veel
veel
veel

Slide 21 - Sleepvraag

Rosa en Twan vergelijken de samenstelling van ingeademde lucht en uitgademde lucht. Ze doen allebei een uitspraak hierover.
Rosa: Ingeademde lucht bevat minder zuurstof dan uitgeademde lucht.
Twan: Ingeademde lucht bevat minder waterdamp dan uitgeademde lucht.

Wie heeft gelijk?
A
alleen Rosa
B
alleen Twan
C
Rosa en Twan
D
geen van beide

Slide 22 - Quizvraag

HUISWERK
Maak basisstof 1 voor de volgende les.

Slide 23 - Tekstslide

Gaswisseling

Slide 24 - Tekstslide