25) In alinea 4 tot en met 8 van tekst 2 wordt de houding besproken die de
‘konstigen’ en de ‘onkonstigen’ innemen ten aanzien van werk dat tacit
knowledge vereist.
Neem onderstaand schema (zie volgende slide) over en benoem wat volgens tekst 2 de essentiële verschillen in houding zijn tussen de leden van de twee groepen ten aanzien van werk dat tacit knowledge vereist.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen. 4p