Strux Klanten ontvangen

Welkom
Afspraken:

  • Telefoon = stil & in het hotel
  • Je kijkt naar de juf/het bord
  • Je luistert naar elkaar
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2,3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Afspraken:

  • Telefoon = stil & in het hotel
  • Je kijkt naar de juf/het bord
  • Je luistert naar elkaar

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit leer je in dit hoofdstuk
- Je kunt uitleggen wie jouw klanten zijn.
-Je kunt servicegericht werken
- Je kunt uitleggen hoe je met klanten om moet gaan
- Je kunt uitleggen wat representatief is.
- Je kunt zorgen voor een goede eerste indruk.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn klanten?
  • Klanten zijn mensen die iets van jou willen.
-> advies, service, hulp, informatie of een product.

  • Het is jouw werk als dienstverlener dat deze mensen goed geholpen worden.

  • klanten noem je ook wel: gasten, cliënten, zorgvragers en bezoekers

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Servicegericht handelen
Servicegericht of klantgericht handelen is alles wat je doet om aan de wensen en behoeften van klanten te voldoen. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Servicegericht handelen

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Product
Een product is een voorwerp, iets wat je vast kunt pakken. 

Voorbeeld: kleding of planten.
Dienst
Een dienst of service is een handeling, iets wat je niet vast kunt pakken.

Voorbeeld: een taxirit.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Servicegericht werken
  • Je bent vriendelijk en beleefd:
je begroet de klant, je zegt "u" tegen de klant, en meneer/mevrouw.

  • Je hebt respect voor de klant:
Je blijft vriendelijk en beleefd, ook al is de klant anders dan jij. 

  • Geef de klant je aandacht:
Je kijkt de klant aan, en je luistert naar wat hij/zij zegt.

  • Observeer de klant
Kijk goed naar je klant en bedenk wat hij/zij nodig heeft.

  • Geef niet je mening als daar niet om gevraagd wordt.
Je luistert goed naar de klant om erachter te komen wat hij/zij wilt. Dat is beter dan je eigen mening meteen te geven

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dit doe je niet als je met klanten omgaat
Dit doe je wel als je met klanten omgaat.

Slide 9 - Tekstslide

De opdracht:
Neem een groot wit papier.
Trek in het midden een lijn van boven naar beneden. Schrijf aan de linkerkant:
Dit doe je niet als je met klanten omgaat.
Schrijf aan de rechterkant:
Dit doe je wel als je met klanten omgaat:

Bedenk wat je wilt laten zien en hoe je dat doet. Je kan bijvoorbeeld foto's zoeken op het internet, of je kunt zelf foto's maken van bepaalde situaties. 
Hoe noem je de klanten in een restaurant?
A
Cliënten
B
Gasten
C
Bezoekers
D
Klanten

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Product
Dienst

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort NIET bij servicegericht werken?
A
Je begroet de klant
B
Je luistert naar de klant
C
Je geeft ongevraagd je mening
D
Je kijkt de klant aan

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor servicegericht werken?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Externe klant

Iemand van buiten de organisatie waar jij werkt.
Interne klant

Iemand die bij dezelfde organisatie werkt als jij. Het is een collega

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgaan met klachten

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Omgaan met klachten
  • BLIJF ALTIJD VRIENDELIJK!
  • Bedenk altijd dat een klacht gaat over een dienst of product, dus niet over jou.
  • Probeer altijd een teleurgestelde klant weer tevreden te krijgen.

Slide 16 - Tekstslide

Klachtenprocedure

Begrip tonen
 
kan je het zelf niet oplossen, overleg het met je leidinggevende.
Ontstaan van klachten
Klachten kunnen komen doordat:
  • Je elkaar niet begrijpt of verkeerd begrijpt
  • je het niet eens bent met elkaar
  • iemand zich niet aan de afspraken houdt
  • diensten of producten niet goed zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klachtenprocedure
Vertelt een klant aan jou zijn/haar klacht? Werk dan volgens de afspraken van je werkplek. Een bedrijf heeft meestal een klachtenprocedure. Dit is de manier waarop het personeel van het bedrijf moet omgaan met klachten.

Reageer zonder je eigen mening te geven. Je kunt wel begrip tonen voor de klacht.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je zelf ervaring met klachten?
Geef een voorbeeld van zo'n situatie.
Het mogen er meerdere zijn.

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de foto.

Vind jij de reactie op de klant goed of niet? Waarom?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de foto.

Vind jij de reactie op de klant goed of niet? Waarom?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de foto.

Vind jij de reactie op de klant goed of niet? Waarom?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de foto.

Vind jij de reactie op de klant goed of niet? Waarom?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de foto.

Hoe zou jij reageren op de klant? Schrijf op wat jij zou zeggen.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vaktaal 
Maak een begrippenlijst met minimaal de volgende woorden:

  • Externe klant
  • Interne klant
  • Klachtenprocedure
  • Klant
  • Servicegericht handelen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je onthouden over klanten & klachten? Schrijf zoveel mogelijk op

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er goed gelukt?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou je de volgende keer anders doen?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies