In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
5. Het parlement controleert
Slide 1 - Tekstslide
Tweede kamer 150 zetels. Meerderheid dus bij 76 zetels
Eerste kamer 75 zetels. Meerderheid dus bij 38 zetels
Tweede kamer
Eerste Kamer
Slide 2 - Tekstslide
https:
Slide 3 - Link
De taken van het parlement (Eerste en Tweede kamer) zijn (mede)wetgeving en controleren van ministers
Ministers maken samen met hun ambtenaren een wetsvoorstel. Elk wetsvoorstel gaat eerst naar de Tweede Kamer en dan mogen kamerleden nog zaken aanpassen aan de wet (wet van amendement). Als de Tweede Kamer hem goedkeurt gaat de wet naar de Eerste Kamer deze mogen de wet alleen maar aannemen en afkeuren.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
De partijen die nu in de regering zitten noemen we de coalitie. De coalitie nu is dus: VVD, CDA, CU en D66
Alle andere partijen in de tweede kamer zitten nu in de oppositie. Na elke verkiezing verandert dit natuurlijk.
Slide 7 - Tekstslide
Rechten bij wetgevende taak:
Stemrecht: Elk kamerlid mag stemmen over de verschillende wetsvoorstellen
Recht van amendement: Elk kamerlid mag delen van een wetsvoorstel veranderen
Recht van initiatief: Elk kamerlid mag zelf wetsvoorstellen maken en die voorleggen aan de kamer.
Slide 8 - Tekstslide
Rechten bij de controlerende taak:
Vragenrecht: Kamerleden mogen mondeling of per brief vragen stellen aan ministers of staatssecretarissen.
Motierecht: De kamer vraagt de minister iets te doen. Motie van wantrouwen wordt ingediend, als een minister heeft gelogen of grote fouten heeft gemaakt.
Recht van interpellatie: Kamerleden mogen een minister of staatssecretaris ter verantwoording roepen. Hij moet dan uitleg geven over het beleid.
Enquête recht: Er wordt een onafhankelijk onderzoek opgestart om te kijken of de regering grote fouten heeft gemaakt.