In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Het Parlement controleert
Paragraaf 5
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun jeuitleggen:
- wat er bedoeld wordt met evenredig kiesrecht
- wat een parlement is en doet
- welke rechten het
parlement daarvoor heeft
- wat coalities zijn en wie er nu aan de macht komt
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Districten kiesstelsel:
Ander kiessysteem in de landen als de VS en het Verenigd Koninkrijk:
Land wordt verdeeld in kiesdistricten.
Per district komt één afgevaardigde in het parlement.
Dat is de kandidaat die de meeste stemmen haalt. De andere stemmen tellen niet mee (“The Winner takes all”).
Slide 5 - Tekstslide
Evenredig kiesstelsel:
In Nederland worden verkiezingen gehouden volgens een stelsel van evenredige vertegenwoordiging: Alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het totale aantal zetels.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Voor de wetgevende taak hebben de Tweede Kamerleden de volgende rechten:
Stemrecht: Elk kamerlid mag stemmen over de verschillende wetsvoorstellen
Recht van amendement: Elk kamerlid mag delen van een wetsvoorstel veranderen
Recht van initiatief: Elk kamerlid mag zelf wetsvoorstellen maken en die voorleggen aan de kamer.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Rechten bij de controlerende taak:
Vragenrecht: Kamerleden mogen mondeling of per brief vragen stellen aan ministers of staatssecretarissen.
Motierecht: De kamer vraagt de minister iets te doen. Motie van wantrouwen wordt ingediend, als een minister heeft gelogen of grote fouten heeft gemaakt.
Recht van interpellatie: Kamerleden mogen een minister of staatssecretaris ter verantwoording roepen. Hij moet dan uitleg geven over het beleid.
Enquête recht: Er wordt een onafhankelijk onderzoek opgestart om te kijken of de regering grote fouten heeft gemaakt.