2. Kun je pvtt en vd zelf formuleren in iedere willekeurige zin.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Leerdoelen
Aan het eind van de les...
1. Kun je pvtt en vd herkennen in een zin.
2. Kun je pvtt en vd zelf formuleren in iedere willekeurige zin.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl
Slide 6 - Link
Als je gezond ... , ... je ook ouder.
A
leeft // word
B
leeft // wordt
C
leefde // word
D
leeft // werd
Slide 7 - Quizvraag
Ik heb toch ... dat jij mij nooit meer ...
A
gezegt // e-mailt
B
gezegd // e-mailt
C
gezegt // emailt
D
gezegd // e-maild
Slide 8 - Quizvraag
Toen …. ik me pas dat Luuk helemaal niet naar mij …..
A
Realiseerde // zwaaite
B
Realiseerdde // zwaaiden
C
Realiseerden // zwaaide
D
Realiseerde // zwaaide
Slide 9 - Quizvraag
... toch eens volwassen, man!
A
Wordt
B
Word
C
Werd
D
Wort
Slide 10 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd (PVTT)
Zoek bij de PV TT uit wat de stam van het werkwoord is. Afhankelijk van de persoon komt er of niets, of ‘-t’ of ‘-en’ bij:
Slide 11 - Tekstslide
Persoonsvorm verleden tijd (PVVT)
Bij zwakke werkwoorden krijg je ‘–de(n)’ of ‘–te(n’). Zit de laatste letter voor de ‘–en’ in
‘t ex-fokschaap, dan is het: stam+te(n); zo niet, dan is het: stam+de(n).
Slide 12 - Tekstslide
Gebiedende wijs
De gebiedende wijs is altijd de stam van het werkwoord. De stam vind je als je het hele werkwoord neemt zonder ‘-en’:
Slide 13 - Tekstslide
Persoonsvorm verleden tijd (PVVT)
Bij sterke werkwoorden verandert in de verleden tijd de klank:
Slide 14 - Tekstslide
Voltooid deelwoord (VD)
‘Voltooid’ wil zeggen: het ligt achter je, oftewel het is ge-weest.
Bij zwakke werkwoorden eindigt het voltooid deelwoord op ‘–d’ of ‘-t’. Zit de laatste letter van de stam wel in ‘t ex-fokschaap, dan eindigt het op ‘-t’; zo niet op ‘-d’:
Slide 15 - Tekstslide
Aan het eind van de les... 1. Kun je pvtt en vd herkennen in een zin. 2. Kun je pvtt en vd zelf formuleren in iedere willekeurige zin.