Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Tekst- /Zinsverbanden
boek lezen
timer
10:00
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
boek lezen
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Tekstverbanden
Slide 2 - Tekstslide
Zinsverbanden
Zinsverband = een verband binnen een zin of tussen zinnen.
VB. Kleine kriebelbeestjes komen al eeuwen op aarde voor.
Zo
houdt de kakkerlak het al meer dan 200 miljoen jaar vol.
Slide 3 - Tekstslide
Verbanden
Zinsverband:
Zinnen hebben met elkaar te maken.
Voorbeeld: In de eerste zin wordt iets gedaan. In de volgende zin lees je wat erna gebeurd .
A
lineaverband:
In de eerste alinea wordt iets gezegd. In de volgende alinea lees je een voorbeeld.
Slide 4 - Tekstslide
'Dus'-argumentatie- signaalwoord
concluderend signaalwoord
dus, kortom, concluderend
Slide 5 - Tekstslide
Signaalwoorden (uitleg)
Tekstverband
:
Signaalwoord
:
voorbeeld zo, zoals, bijvoorbeeld
reden/ argument want, omdat, daarom
conclusie/ standpunt dus, kortom, dan ook
Slide 6 - Tekstslide
signaalwoorden
De eerste alinea van je middenstuk kun je beginnen met:
Verwijzing naar de stelling;
Signaalwoord: Om te beginnen....
De tweede alinea begin je dan ook met een signaalwoord:
Vervolgens, daarnaast
Slide 7 - Tekstslide
Signaalwoorden
Een tekst zonder signaalwoorden bestaat eigenlijk niet!
Zelfs het simpelste woordje 'en' is een signaalwoord.
Ik pakte mijn fiets EN fietste naar school. --> Er wordt iets OPGESOMD!
Slide 8 - Tekstslide
Signaalwoorden
Een voorbeeld kun je
aankondigen
met een
signaalwoord:
bijvoorbeeld, zoals, denk maar aan, zo, neem nou, ...
Slide 9 - Tekstslide
Tekstverbanden
opsomming;
tegenstelling; maar, echter, toch...
reden; omdat, want,
voorbeeld
Slide 10 - Tekstslide
Tekstverband
- Opsomming
- Tegenstelling
- Reden
Slide 11 - Tekstslide
Doel
Je kunt hoofdzaken uit een tekst halen.
Je kunt signaalwoorden voor tegenstelling, opsomming en reden uit een tekst halen.
Je kunt passende verwijswoorden gebruiken.
Vandaag
Info
Uitleg
Werken
Afsluiting
Slide 12 - Tekstslide
Welke tekstverbanden zijn er?
- Opsomming
- Tegenstelling
- Oorzaak - gevolg
- Reden/ verklaring
- Doel-middel
- Conclusie
- Voorbeeld
Slide 13 - Tekstslide
Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband CONCLUSIE?
A
kortom
B
alles overziend
C
met dat doel
D
daarentegen
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer is er sprake van een zinsverband?
A
Als twee zinnen achter elkaar staan geschreven.
B
Als de woorden goed bij elkaar passen
C
Als twee zinnen een verband met elkaar hebben
Slide 15 - Quizvraag
Signaalwoorden geven zinsverbanden en alineaverbanden aan.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband TEGENSTELLING?
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor
Slide 17 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband VOORBEELD?
A
samenvattend
B
echter
C
ter toelichting
D
zo
Slide 18 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband OPSOMMING?
A
nog
B
alles bij elkaar
C
al met al
D
zoals
Slide 19 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband OPSOMMING?
A
nu
B
aan de ene kant
C
bovendien
D
zoals
Slide 20 - Quizvraag
Signaalwoorden
van
voorbeeld
Signaalwoorden
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van conclusie
dus
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook
Slide 21 - Sleepvraag
Signaalwoord
tijd
Signaalwoord
conclusie
Signaalwoord
doel-middel
Intussen
Daarmee
Dus
Daarna
Tijdens
Daartoe
Met de bedoeling
Vandaar
Slide 22 - Sleepvraag
Signaalwoord
Geen signaalwoord
ook
aan
word
zo
door
slecht
Slide 23 - Sleepvraag
Signaalwoord
Geen signaalwoord
maar
aan
worden
want
Hoewel
slecht
Slide 24 - Sleepvraag
Tekstverband
= reden
Tekstverband
= tegenstelling
Signaalwoord
: want
Signaalwoord
omdat
Signaalwoord:
echter
Signaalwoord:
maar
Slide 25 - Sleepvraag
Daarnaast weten:
Voor welk publiek is het geschreven?
Wat is een hoofdgedachte?
Wat is een feit, mening, argument?
Tekstdoelen
Verschil hoofdzinnen/bijzinnen
Slide 26 - Tekstslide
Klas 4:
- WOOTS (Kijk- & luisterexamen)
- methode OpNiveau (lezen/examentraining)
- eindexamensite.nl (examen oefenen)
- Begrijpend lezen oefenen (volgende dia)
Slide 27 - Tekstslide
leestrainer.nl
Slide 28 - Link
Meer lessen zoals deze
13-11-24 signaalwoorden bovenbouw
13 dagen geleden
- Les met
27 slides
Ma 26 juni Alinea- zinsverbanden
Mei 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Tekst- /Zinsverbanden
Februari 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Tekst- /Zinsverbanden
September 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Ma 26 juni Alinea- zinsverbanden
19 dagen geleden
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Ma 26 juni Alinea- zinsverbanden
Januari 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Ma 26 juni Alinea- zinsverbanden
15 dagen geleden
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
tijdklok en 10 minuten lezen
Oktober 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2