Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
13-11-24 signaalwoorden bovenbouw
signaalwoorden
bovenbouw
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
signaalwoorden
bovenbouw
Slide 1 - Tekstslide
Verbanden
Zinsverband:
Zinnen hebben met elkaar te maken.
Voorbeeld: In de eerste zin wordt iets gedaan. In de volgende zin lees je wat erna gebeurd .
A
lineaverband:
In de eerste alinea wordt iets gezegd. In de volgende alinea lees je een voorbeeld.
Slide 2 - Tekstslide
Signaalwoorden (uitleg)
Tekstverband
:
Signaalwoord
:
voorbeeld zo, zoals, bijvoorbeeld
reden/ argument want, omdat, daarom
conclusie/ standpunt dus, kortom, dan ook
Slide 3 - Tekstslide
Signaalwoorden
en tekstverbanden
Slide 4 - Tekstslide
signaalwoorden
De eerste alinea van je middenstuk kun je beginnen met:
Verwijzing naar de stelling;
Signaalwoord: Om te beginnen....
De tweede alinea begin je dan ook met een signaalwoord:
Vervolgens, daarnaast
Slide 5 - Tekstslide
Signaalwoorden
Een tekst zonder signaalwoorden bestaat eigenlijk niet!
Zelfs het simpelste woordje 'en' is een signaalwoord.
Ik pakte mijn fiets EN fietste naar school. --> Er wordt iets OPGESOMD!
Slide 6 - Tekstslide
Blz 178 B2
Structuur van zinnen met signaalwoord.
Kijk naar opdr 52. Hoe is de zin?
Let op de inversie of de normale zin na een signaalwoord.
Let op:
Ten eerste ga je de naar school.
Ten eerste, je ga naar school.
Oefenen tekst blz 55
Slide 7 - Tekstslide
Signaalwoorden
Een voorbeeld kun je
aankondigen
met een
signaalwoord:
bijvoorbeeld, zoals, denk maar aan, zo, neem nou, ...
Slide 8 - Tekstslide
Tekstverbanden
opsomming;
tegenstelling; maar, echter, toch...
reden; omdat, want,
voorbeeld
Slide 9 - Tekstslide
Tekstverband
- Opsomming
- Tegenstelling
- Reden
Slide 10 - Tekstslide
Doel
Je kunt hoofdzaken uit een tekst halen.
Je kunt signaalwoorden voor tegenstelling, opsomming en reden uit een tekst halen.
Je kunt passende verwijswoorden gebruiken.
Vandaag
Info
Uitleg
Werken
Afsluiting
Slide 11 - Tekstslide
Vraag 3
en (3x) = opsomming
Ook = opsomming
maar = tegenstelling
immers = reden
want = reden
zoals = voorbeelden
Als = voorwaarde
Kortom = conclusie
Slide 12 - Tekstslide
Welke tekstverbanden zijn er?
- Opsomming
- Tegenstelling
- Oorzaak - gevolg
- Reden/ verklaring
Slide 13 - Tekstslide
Tekstverbanden
- opsomming
- tegenstelling
- reden
- conclusie
Slide 14 - Tekstslide
2.2:
dan, eerst, daarna
Als – voorwaarde
en (4x) – opsomming
maar (2x) – tegenstelling
zoals – voorbeelden
want – reden
Ook – opsomming
omdat – reden
dus – conclusie
2.3
Slide 15 - Tekstslide
Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband CONCLUSIE?
A
kortom
B
alles overziend
C
met dat doel
D
daarentegen
Slide 16 - Quizvraag
Wanneer is er sprake van een zinsverband?
A
Als twee zinnen achter elkaar staan geschreven.
B
Als de woorden goed bij elkaar passen
C
Als twee zinnen een verband met elkaar hebben
Slide 17 - Quizvraag
Signaalwoorden geven zinsverbanden en alineaverbanden aan.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband TEGENSTELLING?
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor
Slide 19 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband VOORBEELD?
A
samenvattend
B
echter
C
ter toelichting
D
zo
Slide 20 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband OPSOMMING?
A
nog
B
alles bij elkaar
C
al met al
D
zoals
Slide 21 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband OPSOMMING?
A
nu
B
aan de ene kant
C
bovendien
D
zoals
Slide 22 - Quizvraag
Signaalwoorden
van
voorbeeld
Signaalwoorden
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van conclusie
dus
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook
Slide 23 - Sleepvraag
Signaalwoord
tijd
Signaalwoord
conclusie
Signaalwoord
doel-middel
Intussen
Daarmee
Dus
Daarna
Tijdens
Daartoe
Met de bedoeling
Vandaar
Slide 24 - Sleepvraag
Signaalwoord
Geen signaalwoord
ook
aan
word
zo
door
slecht
Slide 25 - Sleepvraag
Signaalwoord
Geen signaalwoord
maar
aan
worden
want
Hoewel
slecht
Slide 26 - Sleepvraag
Tekstverband
= reden
Tekstverband
= tegenstelling
Signaalwoord
: want
Signaalwoord
omdat
Signaalwoord:
echter
Signaalwoord:
maar
Slide 27 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Ma 26 juni Alinea- zinsverbanden
Mei 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Tekst- /Zinsverbanden
4 dagen geleden
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Tekst- /Zinsverbanden
Februari 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Tekst- /Zinsverbanden
September 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Ma 26 juni Alinea- zinsverbanden
8 dagen geleden
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Ma 26 juni Alinea- zinsverbanden
Januari 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Ma 26 juni Alinea- zinsverbanden
4 dagen geleden
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Quiz - signaalwoorden en tekstverbanden
1 dag geleden
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2