5V §3.1 Welvaart en werk

§3.1 Welvaart en werk
Opzet van dit hoofdstuk.
Elke week 1 paragraaf bespreken en maken.
Dinsdag: uitleg 1e deel. Rest van de les opdrachten maken
Woensdag: uitleg 2e deel. Rest van de les opdrachten maken
Vrijdag: Beantwoorden van de deelvragen en restant opdrachten maken. 


1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

§3.1 Welvaart en werk
Opzet van dit hoofdstuk.
Elke week 1 paragraaf bespreken en maken.
Dinsdag: uitleg 1e deel. Rest van de les opdrachten maken
Woensdag: uitleg 2e deel. Rest van de les opdrachten maken
Vrijdag: Beantwoorden van de deelvragen en restant opdrachten maken. 


Slide 1 - Tekstslide

Opdrachten maken
Je krijgt in het begin van de week de opdrachten uitgedeeld via LessonUp. Daarin maak je de opdrachten. Vrijdagmiddag aan het eind van de les sluit ik die les. Ik kijk of jij in je eigen woorden de opdrachten hebt gemaakt. Zo niet. Geen punten. 
Gemiddelde van de lessen uit hfd 3 telt mee als deelcijfer.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Schaalniveau??

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welvaart / welzijn? 
Economische indicatoren:
1. Waarde van de productie (BBP / inw. of BNP / inw.)
2. Welvaart (besteedbaar inkomen)
3. Werk (samenstelling van de beroepsbevolking
4. Human Development index (welvaart; analfabetisme; levensverwachting bij geboorte) = beter dan BBP / inw of BNP /inw.)

Slide 8 - Tekstslide

1. Waarde van de productie (BBP / inw. of BNP / inw.)

Slide 9 - Tekstslide

2. Welvaart (besteedbaar inkomen)

Slide 10 - Tekstslide

3. Werk (samenstelling van de beroepsbevolking

Slide 11 - Tekstslide

4.Human Development Index
 (welvaart; analfabetisme; levensverwachting bij geboorte) = beter dan BBP / inw of BNP /inw.)

Slide 12 - Tekstslide

Basisbehoefte
De vier basisbehoeften

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Inkomensverdeling
GINI index
30% van het BNP wordt verdeeld over 75% van de bevolking. 

De resterende 70% over 25% van de bevolking. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Na dekolonisatie namen Multinationals de macht over. Dit noemen we...
A
global shift
B
internationale arbeidsverdeling
C
multinationalisering
D
neokolonialisme

Slide 22 - Quizvraag

Redenen investering China in Egypte:
Neokolonialisme = voormalige koloniën worden opnieuw misbruikt / bezet door buitenlandse mogendheden.
1. SEZ gemaakt
2. groot arbeidspotentieel
3. lage lonen (lager dan in kuststreken van China)
4. relatieve ligging gunstig t.o.v. Europa

Slide 23 - Tekstslide

gevolgen invloed China:
Egyptische overheid verlaagt steun aan arme gezinnen nog meer. 
Meer sociale- en regionale ongelijkheid =>
meer politiek en religieus activisme. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Tsjechië
Transitielanden:  
1. Concurrentievoordeel vanwege lage loonkosten; 
2. Concurrentiekracht groeit door verbetering van de fysieke en intellectuele infrastructuur. 

Tsjechië was één land met Slowakije en werd na de Tweede Wereldoorlog communistisch.
Tsjechië is lid van de EU en de NAVO, maar was in 2011 nog geen Euroland. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Een primate city
A
Heeft altijd meer dan 10 miljoen inwoners
B
Is altijd de hoofdstad
C
Is verre weg de grootste stad in een land
D
Ligt altijd aan de kust

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Wat is een agglomeratie?
A
geheel van aan elkaar gegroeide (voor)steden
B
een stad met meer dan 10 miljoen inwoners
C
stedelijk gebied met internationale functie
D
steden verbonden door goede infrastructuur

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid kan leidden tot excessieve
A
migratie naar de economisch sterke regio's
B
afname van de inkomensverschillen
C
groei van de sociale woningbouw
D
uitstroom uit de primaire sector

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Spread effecten zijn
A
negatieve effecten op een gebied rondom een groeizone
B
effecten die leidden tot migratie naar het buitenland
C
positieve effecten op het gebied rondom een groeizone
D
effecten die leidden tot immigratie vanuit het buitenland

Slide 38 - Quizvraag

Backwash effecten zijn de ............
door de economische groei in een andere regio
A
positieve gevolgen voor een perifeer gebied
B
negatieve gevolgen voor een perifeer gebied
C
effecten die tot sociale ongelijkheid leidden in de periferie
D
effecten die tot sociale gelijkheid leidden in de periferie

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Oost- en West-Duistland

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Huiswerk
Toelichting bij huiswerk opdrachten 8 en 9:
Cohesie= kracht waarmee afzonderlijke dingen samenhangen  VB: Cohesie tussen watermoleculen
Sociale cohesie in een woonwijk
Cohesiebeleid : beleid dat erop is gericht om de samenhang en eenheid in een gebied te bevorderen. 


Huiswerk:
Maken §3.1 opdr. 5 - 9

Slide 43 - Tekstslide

Deelvraag 1:
Welke economische kenmerken en indicatoren zijn geschikt om de sociaaleconomische verschillen tussen regio's te kunnen vergelijken?

Slide 44 - Open vraag

Deelvraag 2
Welk verband is er tussen het economisch ontwikkelingspeil en de beroepssectoren in de drie voorbeeldlanden?

Slide 45 - Open vraag

Deelvraag 3
welke mogelijkheden hebben de drie landen om de regionale ongelijkheid te verminderen?

Slide 46 - Open vraag