Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
V4 Herhalen zouten + veelgemaakte fouten
Veelgemaakte fouten met zouten
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Veelgemaakte fouten met zouten
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling
Naamgeving van een zout
Oplosvergelijkingen
Slide 2 - Tekstslide
Naamgeving van een zout
Metaalion + niet-metaalion
ALS het metaalion verschillende ionladingen kan hebben (Binas tabel 40A), dan geef je die lading aan met Romeinse cijfer achter het metaalion:
CuSO
4
: koper(II)sulfaat
Veel gebruikte ionen te vinden in Binas tabel 66
Slide 3 - Tekstslide
Veelgemaakte fouten
CuBr2: koperdibromide
CuBr2: koperbromide
Voorvoegsel di wordt alleen gebruikt bij moleculaire stoffen (alleen maar niet-metalen)
Altijd een Romeins cijfer als metaal-ion meerdere ladingen kan hebben
Slide 4 - Tekstslide
Van naam naar zoutformule
Naam bestaat uit twee delen: metaal-ion en niet-metaalion
Bepaal van beide als eerst de lading
Bepaal daarna de verhouding: zout is altijd neutraal
Magnesiumchloride
Magnesium heeft lading van 2+ als ion en chloor 1-
MgCl2
Slide 5 - Tekstslide
Geef de zoutformule van zinkbromide
Slide 6 - Open vraag
Antwoord
Zinkbromide
Bestaat uit zink en broom ionen
Zink is 2+ en broom 1-
ZnBr2
Slide 7 - Tekstslide
Geef de zoutformule van calciumnitraat
Slide 8 - Open vraag
Antwoord
Calciumnitraat
Bestaat uit calcium-ionen en nitraat-ionen
Calcium is 2+ en nitraat is 1- (Binas tabel 66B)
Ca(NO3)2
Als er van een samengesteld ion meerdere zitten in een zout, dan zet je haakjes om het samengestelde ion.
Slide 9 - Tekstslide
Oplosvergelijkingen
Bij een oplosvergelijking valt het zout uit elkaar in de ionen waaruit het bestaat.
Stel dat een zout bestaat uit A
3+
en B
3+
ionen:
Oplosvergelijking: A
3
B
2
-> 3 A
2+
+ 2 B
3+
Fe
2
(SO
4
)
3
-> 2 Fe
3+
+ 3 SO
4
2-
Slide 10 - Tekstslide
Oplosvergelijkingen opstellen
Kijk uit welke ionen het zout bestaat
Dit zijn de ionen die na de pijl komen te staan
Voor de pijl komt het zout zelf te staan
De verhouding waarin de ionen in het zout voorkwamen wordt het coëfficiënt na de pijl:
Pb(NO
3
)
2
-> Pb
2+
+
2
NO
3
-
Slide 11 - Tekstslide
Veelgemaakte fouten
Oplosvergelijking van FeCl
2
:
FeCl
2
-> Fe + Cl
2
(Cl2 is geen ion)
FeCl
2
-> Fe
2+
+ Cl
2
(Cl2 is geen ion en geen ladingbalans)
FeCl
2
+ H
2
O -> Fe
2+
+ 2 Cl
-
(een oplosvergelijking is nooit + H
2
O)
Slide 12 - Tekstslide
Geef de oplosvergelijking van MgBr2
Slide 13 - Open vraag
Antwoord
Oplosvergelijking van MgBr
2
Het zout MgBr
2
bestaat uit Mg
2+
en Br
-
Dus voor de pijl MgBr
2
en na de pijl Mg
2+
en Br
-
MgBr
2
-> Mg
2+
+ Br
-
De verhoudingen in het zout worden de coëfficiënten
MgBr
2
-> Mg
2+
+
2
Br
-
Slide 14 - Tekstslide
Conclusie
Oefenen
Oefenen
Oefenen
Oefenen
Slide 15 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H5.1 Zoutformules en namen
Februari 2024
- Les met
43 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H10.4/5 Zouten
December 2022
- Les met
21 slides
Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
H5.1 Zoutformules en namen
Februari 2023
- Les met
31 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
NOVA H7 les 3 Halfreacties en redoxkoppels
September 2021
- Les met
33 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
H4.1 Zoutformules en namen
Mei 2023
- Les met
27 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H7.3 formules van zouten les 3
Augustus 2020
- Les met
18 slides
Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
10.4 Formules van zouten
Juli 2023
- Les met
24 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Hoofdstuk 5,4 Rekenen met zouten
Maart 2023
- Les met
13 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4