- de concentratie ionen van een zoutoplossing berekenen (molariteit).
- je kan rekenen met verdunningen
Slide 3 - Tekstslide
Ik los 5,0 gram kaliumjodide op in 500 mL water.
1. Geef de oplosvergelijking
2. Bereken [KI] in de oplossing
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Verschil ionconcentratie en molariteit
We hebben net gezien wat er gebeurt als een zout goed oplost in water
bv KI
KI (s) --> K+ (aq) + I- (aq)
Dit betekent dat KI (s) er niet meer is en dat je alleen K+ en I- ionen hebt
Slide 6 - Tekstslide
Verschil ionconcentratie en molariteit
KI (s) --> K+ (aq) + I- (aq)
Omdat KI (s) er niet meer is, waar je de molariteit van kunt berekenen [KI], ga je over naar de ionconcentratie [K+] en [I-]
Slide 7 - Tekstslide
Hoe werkt het
KI (s) --> K+ (aq) + I- (aq)
5,0 gram KI in 500 mL gaf [KI] van 0,060 mol/L
Wat is de ionconcentratie van K+ en I-?
Slide 8 - Tekstslide
Hoe werkt het
KI (s) --> K+ (aq) + I- (aq)
5,0 gram KI in 500 mL gaf [KI] van 0,060 mol/L
Wat is de ionconcentratie van K+ en I-?
molverhouding is 1 : 1 : 1
Dus ook 0,060 mol/L
Slide 9 - Tekstslide
Hoe werkt het
MgBr2 (s) --> Mg2+ (aq) + 2 Br- (aq)
stel de [MgBr2] is 0,060 mol/L
Wat is dan de [Mg2+] en [Br-]
Slide 10 - Tekstslide
Hoe werkt het
MgBr2 (s) --> Mg2+ (aq) + 2 Br- (aq)
stel de [MgBr2] is 0,060 mol/L
Wat is dan de [Mg2+] en [Br-]
0,060 mol/L en 0,120 mol/L
Slide 11 - Tekstslide
Ik ga 10,4 gram bariumchloride oplossen in 400 mL water. Wat is de molarieit barimchloride en de ionconcentratie barium en ionconcentratie chloride in de oplossing?