Startopdracht: Lees uit boekje 7 Tekst bron 36 Duurzaam Werken
timer
5:00
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
In deze les zit 43 slide, met interactieve quiz en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom DP3
08:10 - 08:15
startactiviteit
08:15-08:20
belangrijke data
08:20-08.25
lesdoelen
08:25 - 09.25
Klassikaal werken boekje 7
09:25 - 09:35
vooruitblik 5e en 6e uur
09:40 - 09:45
check Out - einde van de les
Startopdracht: Lees uit boekje 7 Tekst bron 36 Duurzaam Werken
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Belangrijke data
Dinsdag 31 okt. 1e - 2e uur JEG: theorie en werken in je boekje 7
Dinsdag 31 okt. 5e - 6e uur BRJ: theorie en werken in je boekje 7&8
Woensdag 1 nov. 1e - 2e uur JEG: Alles afronden en het stellen van vragen.
Dinsdag 7 november: Proeve van Bekwaam
Woensdag 8 november: PTA theorie
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Afval en afval scheiden
Recycling
Duurzaam
Schoonmaken
Pictogrammen
Keurmerken
Slide 3 - Tekstslide
Duurzaamheid is.......
Slide 4 - Woordweb
Redenen voor duurzaam leven??
Slide 5 - Woordweb
Duurzaam ondernemen
Als je duurzaam werkt, houd je rekening met de economie, de mens en het milieu.
Hierbij wordt vaak gesproken over de drie P’s:
people (mensen)planet (aarde, milieu)profit (winst of opbrengst).
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
De ecologische voetafdruk
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Duurzaam ondernemen
Duurzaam ondernemen betekent dat je in je werk rekening houdt met jezelf, met elkaar en met je omgeving.
Hierbij denk je aan de toekomst.
Je probeert winst te maken. Maar je gaat daarbij verstandig om met brandstoffen en natuur, zodat de aarde niet uitgeput en vervuild raakt.
Ook zorg je goed voor je werknemers. Voelen zij zich goed behandeld? Dan is de kans groter dat ze niet ziek worden en langer met plezier hun werk kunnen doen.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Green Key-keurmerk
Green Key is het internationale keurmerk voor duurzame bedrijven in de toeristische en recreatieve branche.
Met dit keurmerk kan een ondernemer aan gasten laten zien wat zijn bedrijf doet op het gebied van duurzaam ondernemen.
Bedrijven met een Green Key keurmerk doen er alles aan om het milieu te sparen, zonder dat hun gasten inleveren op comfort en kwaliteit.
Hoe duurzaam ik ben welke dingen ik nog wat kan verbeteren
Wat de 3 P's zijn
Hoe onze aarde wordt bedreigd
Wat duurzaam ondernemen is
Wat Green Key betekent
Slide 22 - Tekstslide
Schoonmaken
onderzoek je etiketten op schoonmaakmiddelen
weet je hoe je ruimtes schoonmaakt
leer je welke schoonmaakmaterialen je waarvoor gebruikt
leer je welke schoonmaakmiddelen je waarvoor gebruikt
Slide 23 - Tekstslide
Schoonmaken
Als je een activiteit gaat organiseren dan zorg je ervoor dat het schoon en veilig is.
Je zorgt ervoor dat het:
hygiënisch schoon is, dus geen vuil en bacteriën
veilig is
er prettig en gastvrij uitziet.
Slide 24 - Tekstslide
Droog reinigen
Materialen voor droge reiniging
Droog reinigen doe je bij losliggend vuil, zoals zand en stof.
Slide 25 - Tekstslide
Nat reinigen
Aangekleefd en nat vuil moet je nat reinigen.
Pas bij deze schoonmaakmaterialen op voor bacteriën (die houden van nat en warm).
Verschoon werkdoekjes dagelijks.
Spoel de andere schoonmaakmaterialen na gebruik goed uit
Microvezeldoek:als je schoonmaakt met een microvezeldoek gebruik je geen schoonmaakmiddelen, alleen water.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Apparaten
Slide 28 - Tekstslide
Schoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen:
reinigingsmiddelen
onderhoudsmiddelen
desinfecteermiddelen
oplosmiddelen.
Slide 29 - Tekstslide
1.Reinigingsmiddelen
vetoplosser:
Voor het schoonmaken van vette oppervlakken, zoals een vies fornuis
natuurlijke reinigingsmiddelen zijn gemaakt van stoffen die uit de natuur komen: bijvoorbeeld soda, groene zeep en schoonmaakazijn.
Soda is een goede vetoplosser. Omdat soda bovendien geurloos is, is het een goed middel om een koelkast mee schoon te maken.
Met schoonmaakazijn kun je kalkaanslag verwijderen. Je kunt het gebruiken bij het lappen van de ramen of het schoonmaken van sanitair.
Slide 30 - Tekstslide
2.Onderhoudsmiddelen
Onderhoudsmiddelen zorgen ervoor dat materialen een extra beschermlaagje krijgen.
Bijvoorbeeld meubelwas of een leeronderhoudsmiddel. Vaak wrijf je onderhoudsmiddelen op om een mooi glanzend effect te krijgen.
Slide 31 - Tekstslide
3.Desinfecteermiddelen
Desinfecteermiddelen zorgen ervoor dat de meeste micro-organismen doodgaan.
Desinfecteren doe je nadat je eerst gewoon huishoudelijk hebt schoongemaakt.
Desinfecteermiddelen bevatten chloor. Chloor is heel agressief en erg belastend voor het milieu.
Slide 32 - Tekstslide
4.Oplosmiddelen
Soms is vuil zo erg dat gewone reinigingsmiddelen niet voldoende zijn om vlekken te verwijderen.
Dan gebruik je een oplosmiddel zoals wasbenzine, terpentine, spiritus of ammonia.
Deze middelen kunnen materiaal aantasten en zijn schadelijk voor het milieu en de gezondheid.
Oplosmiddelen verdampen snel in de lucht. Daarom is het belangrijk om de werkruimte goed te ventileren.
Oplosmiddelen zijn licht ontvlambaar, brandbaar en giftig.
Gebruik nooit twee middelen door elkaar. Vooral het gebruik van chloor in combinatie met een reinigingsmiddel is gevaarlijk omdat er gasvorming ontstaat. Inademen van deze giftige damp is levensgevaarlijk.
Slide 33 - Tekstslide
Welk schoonmiddel gebruik je waarvoor?
Slide 34 - Tekstslide
Welk schoonmaakmiddel ken je?
Slide 35 - Tekstslide
Welke dosering?
Slide 36 - Tekstslide
Etiketten op schoonmaakmiddelen
Op het etiket van een schoonmaakmiddel kun je lezen welk soort middel het is.
Verder vind je op het etiket informatie over hoe je het middel moet gebruiken, welke dosering je nodig hebt en hoe je het veilig moet gebruiken.
Voor de veiligheid staan er gevaarsymbolen op.
Slide 37 - Tekstslide
Gevarensymbolen
Slide 38 - Tekstslide
Pictogrammen
Op professionele schoonmaakmiddelen staan pictogrammen die aangeven voor welk toepassingsgebied een schoonmaakmiddel is.
Slide 39 - Tekstslide
Pictogrammen
Slide 40 - Tekstslide
Keurmerken
Wil je met schoonmaakmiddelen werken die niet schadelijk zijn voor mens en milieu?
Let dan op of het schoonmaakmiddel een keurmerk heeft.
Slide 41 - Tekstslide
Niet maken
BOEKJE 7: Facilitaire werkzaamheden uitvoeren
Deze opdrachten hoef je NIET te maken. Streep door: