Eigenschappen waaraan je stoffen kunt herkennen, noem je stofeigenschappen. Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
• geur: alcohol heeft een andere geur dan benzine.
• kleur: koper is rood-oranje, goud is geel, lood is grijs.
• smaak: suiker smaakt zoet, keukenzout smaakt zout.
• brandbaarheid: benzine is brandbaar, water niet.
Als je stoffen opbergt, mag je ze niet zomaar bij elkaar zetten. Meestal zet je stoffen met dezelfde toepassing bij elkaar. Toepassing betekent waar je een stof voor gebruikt. Zo krijg je groepen stoffen, zoals voedingsmiddelen, medicijnen, schoonmaakmiddelen en brandstoffen