A2b/5/12/Zwakke werkwoorden OTT - Uitleg + oefening

Zwakke werkwoorden OTT - Uitleg
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Zwakke werkwoorden OTT - Uitleg

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Heb je de uitleg goed begrepen en weet je nu hoe je in het Duits de zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd (ott) moet vervoegen?
JA!
Ga verder met dia 5
Nee of je twijfelt nog!
Ga naar dia 4.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ich (spielen) mit einem Freund.
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
spielst

Slide 5 - Quizvraag


Wir (kaufen) solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft

Slide 6 - Quizvraag

Ihr (backen) einen Kuchen.
A
backt
B
backst
C
backen
D
backe

Slide 7 - Quizvraag


Wir (hören) gerne Musik.
A
hört
B
höre
C
hören
D
hörst

Slide 8 - Quizvraag


Ihr (kaufen) neue Kleidung.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft

Slide 9 - Quizvraag

Was (machen) du da?
A
macht
B
mache
C
machen
D
machst

Slide 10 - Quizvraag


Er (besuchen) die Disko.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche

Slide 11 - Quizvraag


Oma (spielen) gern Tennis.
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
spielst

Slide 12 - Quizvraag


Ich (trinken) ein Glas Wasser.
A
trinkst
B
trinkt
C
trinke
D
trinken

Slide 13 - Quizvraag