507

Natuurkunde
Op tafel
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Natuurkunde
Op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
week 15
7.1
week 16
7.2 en 7.3
week 17/18
vakantie
week 19
7.4 en H7 samenvatten
week 20
Herhaling H3 en H5
week 21
Oefententamen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Samenvatten H5
- Snelle samenvatting van alle paragrafen.
- Samenvattend werkblad maken.

Geen antwoorden op het bord.

Werkblad inleveren. 
Wordt nagekeken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Energievoorziening

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elke manier van opwekken heeft voordelen en nadelen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energietransport
Eerst door hoogspanningskabels naar huizen of industriegebieden.

Door deze kabels loopt elektriciteit van 
380 kV (= 380 000 V)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energietransport

Deze stroom wordt via transformatorhuisjes en transformatorkastjes 
omgezet naar de 230 V die uit het stopcontact komt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energietransport

Deze stroom wordt via transformatorhuisjes en transformatorkastjes
omgezet naar de 230 V die uit het stopcontact komt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rendement
In een apparaat wordt een deel van de energie op een bruikbare manier omgezet.


                                                              %
Voorbeeld:
Een lamp maakt met 300 J elektrische energie
275 J aan licht.
Wat is het rendement?
η=EopEaf=EinEnuttig100

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energielabel
Hoe hoger het rendement, hoe beter het energielabel voor een apparaat.

Andere manier om energie te besparen: letten op sluipverbruik.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.2 De huisinstallatie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een meterkast?
Een meterkast is de plek in huis waar de elektriciteitsmeter, de hoofdschakelaar en de zekeringen zitten.

Slide 12 - Tekstslide

Laat een afbeelding van een meterkast zien en vraag de leerlingen of ze weten waar deze zich bevindt in huis.
Wat gebeurt er bij overbelasting?
Bij overbelasting wordt er te veel stroom gevraagd van de elektrische installatie. De zekering springt eruit om te voorkomen dat er brand ontstaat.

Slide 13 - Tekstslide

Vraag de leerlingen om voorbeelden te noemen van situaties waarbij er sprake kan zijn van overbelasting.
Hoe werkt een automatische zekering?
Een automatische zekering schakelt de stroom uit als er te veel stroom wordt gevraagd door een apparaat. Dit gebeurt door een bimetaal strip die kromtrekt bij overbelasting.

Slide 14 - Tekstslide

Geef een demonstratie van een automatische zekering en laat zien hoe deze werkt.
Wat is een randaarde?
Een randaarde is het metalen lipje dat aan de buitenkant van een stekker zit en in het stopcontact past. Dit zorgt voor een veilige verbinding met de aarde.

Slide 15 - Tekstslide

Laat een afbeelding zien van een stekker met randaarde en vraag de leerlingen waar deze voor dient.
Wat gebeurt er bij lekstroom?
Lekstroom ontstaat wanneer er stroom weglekt naar de aarde door bijvoorbeeld een defect apparaat. Dit kan gevaarlijk zijn omdat je hierdoor een elektrische schok kunt krijgen.

Slide 16 - Tekstslide

Vraag de leerlingen of ze voorbeelden weten van apparaten waarbij lekstroom kan ontstaan.
Hoe werkt een aardlekschakelaar?
Een aardlekschakelaar meet of er evenveel stroom de woning binnenkomt als er weer uitgaat. Als dat niet het geval is, schakelt de aardlekschakelaar de stroom uit.

Slide 17 - Tekstslide

Geef een demonstratie van een aardlekschakelaar en laat zien hoe deze werkt.
Wat is dubbele isolatie?
Dubbele isolatie betekent dat een elektrisch apparaat geen aardedraad nodig heeft omdat de buitenkant van het apparaat zelf al geïsoleerd is.

Slide 18 - Tekstslide

Laat een afbeelding zien van een apparaat met dubbele isolatie en vraag de leerlingen waarom deze geen aardedraad nodig heeft.
5.3 Energiebronnen en capaciteit

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spanningsbronnen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spanningsbron
Elk apparaat werkt op zijn eigen spanning.

Is de spanning te hoog, dan kan het apparaat kapot gaan.

Is de spanning te laag, dan werkt het apparaat niet.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer batterijen
Als je meerdere batterijen achter elkaar plaatst dan leveren ze een hogere spanning.
Één AA-batterij = 1,5V
Twee AA-batterijen = 3,0V
Drie AA-batterijen = 4,5V

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Je mag de spanningen alleen optellen als de pluspool van de ene batterij steeds met de minpool van de volgende batterij is verbonden.



Dit noemen we een serieschakeling

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Als de minpolen en de pluspolen 
met elkaar verbonden zijn dan 
gaat de spanning niet omhoog.

Dit noemen we een
parallelschakeling.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Capaciteit
De capaciteit geeft aan hoeveel hoeveel energie een accu of batterij in zich heeft.
Capaciteit wordt uitgedrukt in ampère-uur (Ah)

1000 mAh = 1 Ah

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met capaciteit
C=It
I=tC
t=IC
C is de capaciteit in ampère-uur (Ah) 

I is de stroomsterkte in ampère (A)

t is de tijd in uur (h)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.4 Vermogen en energie

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen
Het vermogen van een apparaat geeft aan hoe snel het energie verbruikt.
P=UI
UIP
P is het vermogen in Watt (W)
U is de spanning in volt (V)
I is de stroomsterkte in ampère (A)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektrische energie
E=Pt
PtE
E is de elektrische energie in
     kilowattuur (kWh)
P is het elektrische vermogen in
    kilowatt (kW)
t is de tijd in uur (h)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak het werkblad
Inleveren aan het einde van het lesuur
timer
30:00
Klaar? Lees 7.1

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies