Interpunctie en samenstellingen

Interpunctie en samenstellingen
We maken er een punt van.
11 maart 2025
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Interpunctie en samenstellingen
We maken er een punt van.
11 maart 2025

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de belangrijkste leestekens die je gebruikt in een zin?

Slide 2 - Open vraag

Er zijn vijf leestekens die een pauze aangeven:
  

• de punt (.)
• de komma (,)
• de puntkomma (;)
• de dubbele punt (:)
• het gedachtestreepje (-)
Daarnaast zijn er drie leestekens die een intonatie aangeven:
  

• het vraagteken (?)
• het uitroepteken (!)
• puntjes (…..)

Slide 3 - Tekstslide

Uitzonderingen hoofdletter
  • Als een zin begint met een getal, vervalt de hoofdletter.
  • Als een zin begint met een apostrof, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord in de zin.


voorbeeld:  24 uur geleden stond ik in het stemhokje.

Voorbeeld: 't Is niet te geloven wat deze politicus beweert!

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een dubbele punt?

Slide 5 - Woordweb

Dubbele punt
Voor een opsomming



Voor een citaat

voorbeeld: Dit kunnen we doen om groener te leven: vegetarisch eten, biologisch eten kopen en minder snel de auto pakken
Voorbeeld: Hij zei: 'Ik wil niet meer op vliegvakantie.'

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer zet je een komma?

Slide 7 - Open vraag

Komma
Tussen delen opsomming 

Vaak tussen 2 persoonsvormen 

Vaak tussen 2 bijvoeglijke naamwoorden

Vaak na een voegwoord
voorbeeld: Tijdens de lunch at ik een kom soep, een broodje kroket, een tosti en een appel.
voorbeeld: Mensen die anderen discrimineren, overtreden de wet.
voorbeeld: Ik ben vrijwilliger bij een kleine, gezellige boerderij.
voorbeeld: De verpleegkundige begeleidt de patiënt naar de fysio-oefeningen, zodat hij veilig kan bewegen zonder risico op vallen.

Slide 8 - Tekstslide

Als je een zin schrijft,
  • vermijd te lange zinnen. 
  • streef zo snel mogelijk naar een punt.
  • zet niet teveel komma's in een zin.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Welke woorden zijn samenstellingen en goed gespeld?
A
geneesmiddeleffect
B
betwansen plaag
C
mbo student
D
auto-ongeluk

Slide 11 - Quizvraag

Welke woorden zijn samenstellingen?
A
verkoopmedewerker
B
betalingsherinnering
C
rijstevlaai
D
Amsterdam-Centrum

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een samenstelling?
Als twee (of meer) woorden samen één nieuw woord vormen, heet dat een samenstelling. De woorden in een samenstelling schrijf je aan elkaar.

Slide 13 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Opdracht
Maak 

Slide 15 - Tekstslide