Wijsgerige Antropologie 2.0 - 2. Aristoteles & Despret

Aristoteles en Despret
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aristoteles en Despret

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Denk ook aan de vier oorzaken!
- Doeloorzaak
- Bewerkstelligende oorzaak
- Vormoorzaak
- Materiële oorzaak

Slide 9 - Tekstslide

Bewustzijn is afhankelijk van hoe je je voelt, wat je doet, waar je bent en je dat dat realiseert.

Bewustzijn is het ervaren van gebeurtenissen met gevoel in je omgeving en leven.

Bewustzijn is voelen (bij een gebeurtenis).

Bewustzijn is het ervaren van een gebeurtenis/handeling met gevoel in een omgeving.

Bewustzijn is een ervaring waar gevoelens een grote rol in spelen en de omgeving ervoor zorgt dat je echt daar bent.

Bewustzijn is het voelen van emoties bij een handeling in een omgeving.

Bewustzijn is het doorhebben van alle aspecten die er op dat moment zijn.
Bewustzijn is afhankelijk van hoe je je voelt, wat je doet, waar je bent en je dat dat realiseert.

Bewustzijn is het ervaren van gebeurtenissen met gevoel in je omgeving en leven.

Bewustzijn is voelen (bij een gebeurtenis).

Bewustzijn is het ervaren van een gebeurtenis/handeling met gevoel in een omgeving.

Bewustzijn is een ervaring waar gevoelens een grote rol in spelen en de omgeving ervoor zorgt dat je echt daar bent.

Bewustzijn is het voelen van emoties bij een handeling in een omgeving.

Bewustzijn is het doorhebben van alle aspecten die er op dat moment zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Ontwerp een test waarmee je kunt testen of iets een bewustzijn heeft*.
*bewust kan zijn

Slide 11 - Tekstslide

Grensvervagingen
Wat zouden dieren ons vertellen als we de juiste vragen zouden stellen?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Vinciane Despret
1959

Voorbeelden uit veldonderzoek naar bavianen van Barbara Smuts (1950) en Shirley Strum (1947)

(Wetenschapsfilosofische vragen)

Slide 14 - Tekstslide

Barbara Smuts (1950)
Shirley Strum (1947)
Veldstudie naar gedrag bavianen
Observeren als neutraal 'levenloos stuk steen'

Hoe te gedragen tegenover een 'onderzoeksobject'?
Maar..

De bavianen vertoonden juist tegennatuurlijk gedrag omdat zij Smuts wél opmerkten. Ze wisten niet zo goed hoe met haar om te gaan. Smuts besloot het gedrag van de bavianen juist na te doen; ook hier konden de bavianen niet zoveel mee.
Strum had ook geleerd om zich neutraal te gedragen ten opzichte van het 'onderzoeksobject' bavianen. Totdat ze nodig moest plassen...

Slide 15 - Tekstslide

Wetenschapsfilosofische vragen
Gangbaar uitgangspunt 1: 
de onderzoeker moet onzichtbaar zijn 
(objectiviteit en geen invloed uitoefenen)

Gangbaar uitgangspunt 2: 
bestuderen vanuit derdepersoonsperspectief 
(waarneembaar gedrag)


Slide 16 - Tekstslide

Uitgangspunten ter discussie
- Despret
Deze praktijk is niet realistisch en leidt tot een vooringenomen beeldvorming

Betrek ook het eerstepersoonsperspectief in het onderzoek

Laat relatie tussen dier en onderzoeker een rol spelen in het onderzoek

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Vinciane Despret
Onderzoek zelfbewustzijn bij dieren
Zelfbewustzijn -> vermogen perspectief aannemen van anderen -> 'wij'-gevoel.

Spiegeltest als test voor zelfbewustzijn werkt niet bij dieren.

De mens moet accepteren dat zij niet het uitgangspunt, of centrum, is van de wereld.

Slide 19 - Tekstslide

Spiegeltest
Spiegeltest: dieren die zichzelf herkennen in een spiegel hebben een zelfbewustzijn. Zij hebben namelijk een bewustzijn van zichzelf.

Slide 20 - Tekstslide

Privilege
Alleen diegene die de spiegeltest 'goed' uitvoeren worden onderzocht op zelfbewustzijn, anderen worden uitgesloten.


Maar wat als een dier geen belang of betekenis ziet in een spiegel/spiegeling?


Slide 21 - Tekstslide

Definiëren zelfbewustzijn
Perspectivisme stimuleren, toestaan of ontwikkelen

Zelfbewustzijn = de capaciteit om jezelf te tonen aan een ander, om jezelf te zien zoals anderen jou zien; interrelationeel proces (i.p.v. cognitief proces)

Voorbij de tegenstelling zien-niet-zien, maar gezien kunnen worden; het gaat om het effect.



Het zich juist niet vertonen (verstoppen) ligt in het verlengde, namelijk het veronderstellen dat een ander je zien (zou zien).

Slide 22 - Tekstslide