18. De kandidaten kunnen de opvattingen van Haraway, Morton, Despret, Latour, Hayles, Barad, Harari
en Rasch over de grensvervagingen omtrent de mens uitleggen, vergelijken, toepassen en evalueren.
Daarbij kunnen zij de volgende standpunten betrekken:
• dat door de grensvervagingen de vraag naar het wezen van de mens opnieuw en anders
benaderd moet worden (Haraway);
• dat er bij de grensvervagingen kanttekeningen kunnen worden geplaatst vanuit ethisch,
kentheoretisch en wetenschapsfilosofisch perspectief;
• dat de grens tussen mens en dier is vervaagd (Morton,
Despret);
• dat de grens tussen levend en niet-levend is vervaagd (Latour, Hayles);
• dat de grens tussen fysiek en niet-fysiek is vervaagd (Barad, Harari, Rasch).