Verben haben/sein/werden päsens und Präteritum

Verben haben/sein/werden päsens und Präteritum
Je kent de vervoegingen in tt en vt
Je kan ze correct in de zin gebruiken
je weet dat "werden" worden of "zullen" betekent
Kleines Büchlein Seite 4/5
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verben haben/sein/werden päsens und Präteritum
Je kent de vervoegingen in tt en vt
Je kan ze correct in de zin gebruiken
je weet dat "werden" worden of "zullen" betekent
Kleines Büchlein Seite 4/5

Slide 1 - Tekstslide

Vul in
Du liest den Satz
übersetze das korrekt konjugiertes Verb
Manchmal muss du dir selber entscheiden welches Verb ergänzt werden muss.

Slide 2 - Tekstslide

Wo (was) ----- du? ich habe dich überall gesucht

Slide 3 - Open vraag

Mein Bruder (had) ------ gestern keine Zeit

Slide 4 - Open vraag

Meine Swchester (zal) ------ morgen nach Italien gehen

Slide 5 - Open vraag

Ich (zou) ----- so etwas lieber nicht tun

Slide 6 - Open vraag

------- (vt) ihr so etwas erwartet?

Slide 7 - Open vraag

---- (tt) Sie vielleicht einen Ferienjob für mich?

Slide 8 - Open vraag

du ----- (tt) es sehr gut gesagt

Slide 9 - Open vraag

Meine besten Fächer ------ (tt) Deutsch und Wirtschaftslehre

Slide 10 - Open vraag

Alles lief völlig falsch. Es ----- (vt) nichts daraus.

Slide 11 - Open vraag