Ingmar Heytze Hoor eens ik haat je

Ingmar Heytze
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ingmar Heytze

Slide 1 - Tekstslide

Ingmar Heytze
  • Geboren 1970 te Utrecht
  • schrijft poëzie voor mensen die niet van gedichten houden
  • huisfilosoof van het Centraal Muceum
  • eerste Utrechtse Stadsdichter

Slide 2 - Tekstslide

Ingmar Heytze
  • Als columnist werkte hij onder meer voor Onze Taal, Kijk, de Volkskrant en AD Utrechts Nieuwsblad. 

  • Solo of met zijn band Asfaltfeeën trad hij op van studentenhuiskamers tot Lowlands en alles daartussenin, waaronder zeven edities van de Nacht van de Poëzie. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ingmar Heytze
Parodie
Op het gedicht van Herman Gorter: 'Zie je, ik hou van je'

Gedicht Ingmar Heytze: 'Hoor eens ik haat je'

Slide 5 - Tekstslide

De parodie van Heytze op Zie je, ik hou van je

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel strofen heeft het gedicht? Welke benaming hoort daarbij?

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel strofen heeft het gedicht? Welke benaming hoort daarbij?
Het gedicht 'Hoor eens ik haat je' heeft 16 regels, vier strofen dat zijn vier kwatrijnen.

Slide 10 - Tekstslide

Is er spraken van een sonnet? Zo ja, waar zit de wending?

Slide 11 - Tekstslide

Is er spraken van een sonnet? Zo ja, waar zit de wending?
Er is geen sprake van een sonnet.
Dit gedicht heeft 16 regels, 4 strofe, 4 kwatrijnen

Een sonnet heeft 14 regels, twee x kwatrijn en twee x terzine, er is ook geen volta aanwezig.

Slide 12 - Tekstslide

Heeft het gedicht eindrijm? Zo ja, wat is het rijmschema?

Slide 13 - Tekstslide

Hoor eens ik haat je

Slide 14 - Tekstslide

Is er sprake van binnenrijm? Zo ja, alliteratie en/ of assonantie

Slide 15 - Tekstslide

Alliteratie

Slide 16 - Tekstslide

Assonantie

Slide 17 - Tekstslide

Zijn er stijlfiguren gebruikt? Zo ja, welke?

Slide 18 - Tekstslide

Zijn er stijlfiguren gebruikt? Zo ja, welke?
  • enumeratie: dat je lief was, licht, nog wat onzin over je gezicht
  • enumeratie: die neus, dat hoofd, die paardenbek, die ogen en die gierennek, dat kraagje en dat bloemkooloor, met al je slieren haar er voor
  • enumeratie: het licht is uit, ik zie je alsnog zoals je werkelijk bent 

Slide 19 - Tekstslide

Zijn er stijlfiguren gebruikt? Zo ja, welke?
  • repetitio: regel 1, 4, 13, 14: ik haat je
  • vergelijking: bloemkooloor, gierennek
  • metafoor: paardenbek
  • ???

Slide 20 - Tekstslide

Zijn er stijlfiguren gebruikt? Zo ja, welke?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Is er beeldspraak gebruikt? Zo ja, welke en wat is de betekenis?

Slide 23 - Tekstslide

Is er beeldspraak gebruikt? Zo ja, welke en wat is de betekenis?

Slide 24 - Tekstslide

Is er sprake van een enjambement? Zo ja, in welke regel(s)?

Slide 25 - Tekstslide

Is er sprake van een enjambement? Zo ja, in welke regel(s)?
  • Regel: 3 +4
  • regel: 6 - 8
  • regel: 9+10
  • regel: 11+12

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de betekenis van dit gedicht? Leg uit per regel/ strofe.

Slide 27 - Tekstslide

Wat is de betekenis van dit gedicht? Leg uit per regel/ strofe.

Slide 28 - Tekstslide