Maandag 13 februari bron B / klokkijken

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit
  • telefoon in je tas
  • Chromebook en boek op tafel
  • Log in in LessonUP
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit
  • telefoon in je tas
  • Chromebook en boek op tafel
  • Log in in LessonUP
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Is het avoir of être?
Sleep de vervoegingen naar het juiste werkwoord.
avoir
être
ont
es
avons
ai
sommes
avez
suis
a
as
sont
êtes
est

Slide 2 - Sleepvraag

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt kloktijden zeggen in het Frans.
Je weet hoe je kwart voor en kwart over zegt.
Je weet hoe je half zegt.
Je weet dat je begint met de woorden "il est..."
Je weet hoe je 12.00 's middags en 12 uur 's nachts zegt

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zeg ik in het Frans...
uitlegfilmpje.
1. "het is  .... uur? / 2. kwart over?
3. half? / 4. kwart voor? 
5. wat is het verschil tussen midi en minuit?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Au travail
ex. 16 a,b,c

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt kloktijden zeggen in het Frans.
Je weet hoe je kwart voor en kwart over zegt.
Je weet hoe je half zegt.
Je weet dat je begint met de woorden "il est..."
Je weet hoe je 12.00 's middags en 12 uur 's nachts zegt

Slide 9 - Tekstslide

Ik heb het leerdoel behaald.

Slide 10 - Poll

Quelle heure est-il?
A
Il est onze heures.
B
Il est sept heures.
C
C'est sept heures.
D
C'est set heures.

Slide 11 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
11.30 uur
A
Il est onze heures et demie
B
Il est onze heures et demi
C
C'est onze heures et demie
D
Il est douze heures et demie

Slide 12 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
0.00
A
Il est midi
B
C'est midi
C
Il est minuit
D
C'est minuit

Slide 13 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
7.45 uur
A
Il est sept heures moins le quart
B
Il est sept heures moins quart
C
Il est huit heures moins le quart
D
Il est huit heures moins quart

Slide 14 - Quizvraag

Les devoirs
Leer de woordjes van vocabulaire B

LET OP: woensdag 22 februari SO bron A,B, D

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide