5.2 Nepnieuws

5.2 Nepnieuws
Nieuws waarvan de maker weet dat het niet waar is
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.2 Nepnieuws
Nieuws waarvan de maker weet dat het niet waar is

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Hoofdvragen:
5.2 Hoe herken je nepnieuws?
Wanneer is nieuws betrouwbaar en objectief? 
Begrippen:
Selectieve perceptie
Referentiekader
Objectiviteit
Subjectiviteit
Hoor- en wederhoor

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland
Berichten in de traditionele media zijn meestal geen nepnieuws. Een redactie controleert namelijk de berichten. Op social media kan iedereen een bericht plaatsen zonder dat er echt onderzoek naar gedaan is. Daar vind je dus vaker nepnieuws. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland
Journalisten proberen nieuws in Nederland zo objectief mogelijk weer te geven. Dat wil zeggen: dat de beschrijving van wat er gebeurt is ook klopt met wat er echt gebeurd is en niet gekleurd is door je eigen mening.

Het is onmogelijk om 100% objectief te blijven maar om dat te proberen hanteren journalisten een aantal criteria:

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
Objectief: een beschrijving van gebeurtenissen die klopt met de werkelijkheid en is niet gekleurd is door een mening.

Subjectief: een beschrijving van gebeurtenissen die gekleurd is door een mening.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een objectieve beschrijving van deze situatie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een subjectieve beschrijving van deze situatie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ze scheiden meningen en feiten
In de krant wordt er eerst verteld wat er feitelijk gebeurd is, daarna komen de meningen van mensen over de gebeurtenis aan bod. 
Dus niet: "Het kabinet nam de schandalige beslissing om suikertax in te voeren"
Maar wel: "Het kabinet nam de beslissing om suikertax in te voeren"

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn deze uitspraken objectief of subjectief?

1. Sigaretten bevatten nicotine en teer.
2. Sigaretten zijn goor en belachelijk duur
A
Beiden zijn objectief
B
1 is objectief, 2 is subjectief
C
1 is subjectief, 2 is objectief
D
Beiden zijn subjectief

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Woorden en Beelden
De keuze van je woorden en afbeeldingen bepaalt hoe iets overkomt.  (zie volgende slide)
Hiermee kan de media doen aan negatieve beeldvorming, wat kan zorgen voor polarisatie in de samenleving.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu.nl
Telegraaf

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk kop is het meest objectief?
A
Overvallers krijgen vier maanden
B
Softe straffen voor criminele broers

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoor- en wederhoor
Journalisten laten verschillende partijen aan het woord. 

Als je een item maakt over een slecht product waar mensen klachten over hebben moet je ook de maker van het product de kans geven om te reageren en misschien dingen uit te leggen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
Een bron is degene die de journalist informatie geeft. Maar je weet niet altijd zeker of het waar is, pas als de informatie uit de bron bevestigd wordt door anderen kan de journalist de informatie van de bron gebruiken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Journalistieke normen
Scheiden van feiten en meningen
Hoor en wederhoor toepassen
Controleren van feiten met andere bron
Een objectieve 
informatiebron!
+
+
=

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Selectieve perceptie
Je maakt een bewuste of onbewuste keuze of je iets waarneemt. We bekijken de wereld niet objectief. Iemand die zelf zanger is kijkt anders naar the voice dan iemand die geen verstand van zingen heeft. 

Jouw referentiekader bepaalt hoe je naar iets kijkt. Dit referentiekader zijn al je eigen waarden, normen, meningen, ervaringen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
Selectieve perceptie = iemand maakt bewust of onbewust keuzes bij het waarnemen.

Referentiekader = al zijn persoonlijke waarden, normen, belangen, meningen en ervaringen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Selectieve perceptie
Kritisch lezen en kijken
Journalisten en redacties zijn bijna nooit helemaal objectief, blijf dus zelf altijd goed opletten.

  • Realiseer je dat journalisten en redacties nooit helemaal objectief zijn. 
  • Hou rekening met wie het zegt en waarom ze dat zeggen (mening, reclame, belangen, type programma).
  • Volg alrijd meerdere nieuwsbronnen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Ga naar blz 67
Maak opdr 5 t/m 8
Ga naar blz 71 en maak opdr 14
Maak op blz 73 de invulsamenvatting

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies