LJ1+LJ2 7.2 deel 2

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 7.2 deel 2
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 7.2 deel 2
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
LJ 1: Pak je boek van M&M en laat deze nog even dicht op je tafel liggen.

LJ 2: Pak je boek van M&M en open deze op blz 103. Begin alvast met het maken van de verdiepingsopdrachten. 


Huiswerkcontrole

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doel
Aan het einde van de les:
- Kun je beschrijven hoe de Europeanen hun activiteiten in Amerika en West-Afrika uitbreidden.


Leergebiedoverstijgend doel:
Samenwerkend leren:
- Past zijn gedrag aan terechte kritiek van een medeleerling. 
- Onderhandelt en maakt afspraken met anderen in een team om en gemeenschappelijk doel te behalen. Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten.

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen + Mini-check
Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):Jessica
Je maakt opdracht 6 t/m 9 op bladzijde 100/101.

De rest doet mee met de mini-check!

Slide 4 - Tekstslide

Uit welke drie werelddelen bestaat de driehoekshandel?
A
Europa - Afrika - Azië
B
Nederland - Afrika - Amerika
C
Europa - Afrika - Amerika
D
Azië - Nederland - Afrika

Slide 5 - Quizvraag

Het "WIC" betekent:
A
West Indiaanse Caepers
B
West Indian Corperation
C
Westelijke Integratie Coöperatie
D
West Indische Compagnie

Slide 6 - Quizvraag

Europese handelaren reisde naar Afrika met producten. Deze producten ruilde ze voor iets.

Voor wat ruilde ze de producten?
A
tot slaaf gemaakte mensen
B
Suiker, tabak, koffie en katoen
C
Textiel, wapens, glas en sieraden

Slide 7 - Quizvraag

Wie maakt wat:
Had je alle vragen van de mini-check goed -->
dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 6 t/m 9 op bladzijde 100/101.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 8 - Tekstslide

Uitbreiding in West-Afrika en Amerika 
Hoe noem je de handel tussen Europa, West-Afrika en Amerika? 
  • de driehoekshandel


Wat werd tussen de werelddelen verhandeld?
van Europa naar Afrika:
  • onder andere wapens, textiel, glas, sieraden
van Afrika naar Amerika:
  • tot slaaf gemaakte mensen
Van Amerika naar Europa:
  • plantageproducten zoals suiker, tabak, koffie, katoen






Slide 9 - Tekstslide

Uitbreiding in West-Afrika en Amerika 
Welke compagnie voerde deze handel voor de Republiek uit? 
  • de WIC, West-Indische Compagnie

Europeanen stichtten handelsposten langs de kust. In Amerika werden dat:
  • kolonies met plantages

Europeanen veroverden gebieden om eraan te verdienen. Dat noem je:
  • kolonialisme








Slide 10 - Tekstslide

Uitbreiding in West-Afrika en Amerika 
Wat deden de Nederlanders met de tot slaaf gemaakte mensen?
  • Ze verkochten die op een markt op de Antillen aan onder andere plantages in bijvoorbeeld Suriname.

Beschrijf het leven van de mensen die op de plantages moesten werken.
  • Ze werden slecht behandeld en geslagen, sommigen verzetten zich en vluchtten.








Slide 11 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Had 1 of geen vragen goed bij de mini-check -->
Je maakt samen met de leerkracht opdracht 6.

Slide 12 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 6 t/m 9 op bladzijde 100/101.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de verdiepingsopdrachten op blz 103

timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

1. Lesopening

LJ 2: Doe je boek even dicht en kijk mee in lessonup

Slide 14 - Tekstslide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- weet je welke gevolgen klimaatverandering kan hebben.
- weet je welke gevolgen klimaatverandering voor Nederland kan hebben.


Leergebied overstijgende doelen:
Samenwerkend leren:
- Past zijn gedrag aan terechte kritiek van een medeleerling. 
- Onderhandelt en maakt afspraken met anderen in een team om en gemeenschappelijk doel te behalen. Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten.

Slide 15 - Tekstslide

3. Arrangementen + Mini-check
Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):
Niemand 

Iedereen doet mee met de mini-check!

Slide 16 - Tekstslide

De gemiddelde temperatuur op aarde is.....
A
aan het dalen
B
aan het stijgen

Slide 17 - Quizvraag

Geen voorbeeld van gevolgen klimaatverandering is:
A
Zeespiegelstijging
B
Opwarming van de aarde
C
Smelten van landijs en gletsjers
D
Afslijten van de bergen

Slide 18 - Quizvraag

Wat is 'duurzaamheid'?
A
Ervoor zorgen dat als je iets van de gebruikt dat het niet schadelijk is voor het milieu, en dus voor de aarde
B
De aarde zo gebruiken dat de toekomstige generaties er ook nog plezier van kunnen hebben
C
Dingen zo duur mogelijk kopen, dat is beter voor het milieu
D
alle dure dingen die een maatschappij bezit

Slide 19 - Quizvraag

Wie maakt wat:
Had je alle vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 8 t/m 12 op blz. 99 t/m 101.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 20 - Tekstslide

De opwarming van de aarde 
Het versterkte broeikaseffect zorgt voor opwarming in de atmosfeer. Daardoor vindt een klimaat-verandering plaats. Wat verandert er?
  • De temperatuur op aarde stijgt.
  • De neerslaghoeveelheid verandert.


Welke gevolgen heeft die klimaat-verandering?
  • De zeespiegel stijgt.
  • Het weer wordt extremer: meer hittegolven, periodes van droogte, hevigere regenbuien en zwaardere orkanen.









Slide 21 - Tekstslide

De opwarming van de aarde 
Wat kun je in Nederland merken van de klimaatverandering?
  • De winters worden minder koud.
  • De zomers worden droger en warmer.
  • Als het regent valt er veel water in korte tijd en dan ontstaat er wateroverlast.










Slide 22 - Tekstslide

Te nat of te droog?
Ook in Nederland verandert het klimaat. Wat kun je daarvan merken?


  1. nattere winters en meer hoosbuien
  2. zeespiegelstijging met 35 - 85 cm in 2100
  3. temperatuurstijging tussen 1,8 en 5 graden
  4. drogere periodes
  5. hogere waterstanden in de rivieren










1.
2.
3.
4.
5. 

Slide 23 - Tekstslide

Te nat of te droog?
Waarom moet Nederland zich steeds beter beschermen tegen de stijgende zeespiegel?
  • Door de lage ligging aan zee.

Hoe noem je het als je iets van de aarde gebruikt en het weer teruggeeft zonder het milieu te schaden, zodat er in de toekomst ook voldoende van is?
  • duurzaam

Wat wordt bedoeld met duurzaam waterbeheer?
  • Watergebruik waarbij je rekening houdt met de omgeving zodat het niet opraakt of vervuilt.









Slide 24 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Had 1 of geen vragen goed bij de mini-check -->
Je maakt samen met de leerkracht opdracht 8 en 10.

Slide 25 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
LJ1 - Je maakt zelfstandig opdracht 6 t/m 9 op bladzijde 100/101.
LJ2 - Je maakt nu zelfstandig 7.2 opdracht 8 t/m 12 op blz. 99 t/m 101.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
LJ1 + LJ2- Daarna maak je de verdiepingsopdrachten op blz. 103.
timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ1
Hoe ging de les? Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

Kun je beschrijven hoe de Europeanen hun activiteiten in Amerika en West-Afrika uitbreidden?

Slide 27 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ2
Hoe ging de les? Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- weet je welke gevolgen klimaatverandering kan hebben?
- weet je welke gevolgen klimaatverandering voor Nederland kan hebben?

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Donderdag 25 mei
7.2 opdracht 6 t/m 9

Huiswerk LJ2: 
Donderdag 25 mei
7.2 opdracht 8 t/m 12
Toetsen LJ1: 
Woensdag 31 mei
SO paragraaf 7.1 + 7.2

Toetsen LJ2: 
Woensdag 31 mei
SO paragraaf 7.1 + 7.2

Slide 29 - Tekstslide