wk 7: betoog en passieve /actieve vorm

lezen in je leesboek
timer
5:00
uitleg werkwoordstijden
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

lezen in je leesboek
timer
5:00
uitleg werkwoordstijden

Slide 1 - Tekstslide

werkwoordstijden
De storm heeft gisteren veel schade aangericht. Vtt
De schutting wordt door de buren weer gerepareerd. Ott
De fietsen op het schoolplein werden door de harde wind omver geblazen. Ovt
Heb jij het nieuwe boek van Grunberg thuis? Ott
Mijn vader zette de plantenbak weer rechtop. Ovt

Slide 2 - Tekstslide

Wat we bij schrijven gaan doen:
  • Je weet hoe een betoog is opgebouwd
  • Je kunt een schrijfplan bij een betoog in elkaar zetten
  • je kunt een tekst uitwerken adhv een schrijfplan

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Schrijfplan uitwerken
Je gaat nu de tekst bij je schrijfplan typen. Let op:
  • de inleiding en het slot krijgen een eigen alinea
  • Ieder argument krijgt een eigen alinea
  • Iedere weerlegging krijgt een eigen alinea
  • Zet je naam onder je betoog
  • Controleer je betoog op taalverzorging
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Voor in de agenda:
De volgende les heb je de tekst over ontgroenen af.

Slide 6 - Tekstslide

2-toets lezen bespreken
1 Een tekst kan op verschillende manieren ingeleid worden. Bijvoorbeeld door:
1 de aanleiding voor het schrijven van de tekst
2 de nieuwste inzichten uit recent onderzoek te noemen
3 een deskundig persoon het onderwerp te laten introduceren
4 en voorbeeld bij het onderwerp van de tekst te geven
5 een waarschuwing vooraf te geven

Slide 7 - Tekstslide

12 Wat is het standpunt van de schrijver van deze tekst? Je moet dit antwoord zelf formuleren, het staat niet letterlijk in de tekst.

Strekking: Houd je kat 's nachts binnen.

Slide 8 - Tekstslide

(opmerking bij vraag 14): Neem onderstaande letters A t/m D over en schrijf voor elk argument op wat voor een soort argument het is.

B: Katten met een gevulde maag naar buiten laten gaan is ook geen oplossing = uit de toets gehaald

Slide 9 - Tekstslide

Let vooral op vraag 17
16: 
1 Het is natuurlijk voor een kat om naar buiten te gaan.
2 Het is dierenmishandeling om je kat binnen te houden.
3 Katten vervelen zich binnen.
4 Het is bijna onmogelijk om je kant binnen te houden.
5 Als een kat binnen moet blijven, krijgt hij overgewicht door een gebrek aan beweging.

Slide 10 - Tekstslide

17:  Wat is dit voor een argumentatieschema bij vraag 14? Kies uit:
A: enkelvoudige argumentatie
B: nevenschikkende argumentatie
C: onderschikkende argumentatie

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Passieve en Actieve vorm (herhaling)
Actieve vorm: het onderwerp doet iets, gaat iets doen of heeft iets gedaan.
Passieve vorm: het onderwerp ondergaat iets (er gebeurt iets met het onderwerp)

De kunstenaar hing zijn schilderij op aan de muur. (actief)
Het hondje werd door zijn baasje uitgelaten. (passief)

Slide 13 - Tekstslide

Werkwoordstijden
Voltooide zinnen: hebben een hww in de vorm van hebben of zijn in de zin staan.
Onvoltooide zinnen: hebben geen hww in de vorm van hebben of zijn in de zin staan.

Kijk naar de persoonvorm of je de TT of de VT moet noteren.

Slide 14 - Tekstslide

Klassikaal nakijken:
Ga naar: Drive --> grammatica -->  oefening actieve en passieve vorm.

Maak alleen opdracht 1

Slide 15 - Tekstslide

Waar sta jij nu in de stof?

Open de app socrative en voer de code in: 360028 

Noteer op het formulier een X achter het nummer als je die vraag fout hebt beantwoord.


Slide 16 - Tekstslide

Toekomende tijd
Nadat je hebt bepaald of de zin in de voltooide of onvoltooide tijd staat, bepaal je of de zin in de toekomende tijd staat. 

Een zin staat in de toekomende tijd als er een vorm van zullen (dus zouden in de vt)  in de zin staat. Je zet dan achter de zin nog een T

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen toekomende tijd
Ik zal naar de stad zijn gegaan. o tt t
Ik zal naar de stad gaan. o tt t
Het zou gesneeuwd hebben. v vt t
Jan zou de hond hebben geslagen o vt t
Hij zal waarschijnlijk zijn tandenborstel vergeten. o tt t
De dief zal al vertrokken zijn v tt t
De hond zou door Jan zijn geslagen. o vt t

Slide 18 - Tekstslide

Verlengde instructie
Wil je (een deel van) de opdrachten graag samen maken, schuif dan aan. 

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 1: Neem het schema over en zet de werkwoordstijden achter de zinnen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 2: Zet de 3 zinnen om van actief naar passief en andersom.

1. Zal moeder een lekker toetje maken?
2. De buurman zzou alle dode takken verbrand hebben.
3. Deze opdracht zou men nooit zonder hulp kunnen volbrengen.

Slide 22 - Tekstslide

(antwoorden)

1. Een lekker toetje zal door mijn moeder gemaakt worden.
2. Alle dode takken zouden door mijn moeder verbrand zijn.
3. Deze opdracht zou nooit zonder hulp door men gemaakt kunnen worden.

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 3: maak onderstaande oefening
Ga naar: Drive --> grammatica --> oefening actieve en passieve vorm.

Maak nu opdracht 2

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 4: maak de oefening in de volgende dia

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Opdracht 5: maak de oefening in de volgende dia

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link