Materialen 7.4 Afval en milieu B4 les 4

H7: Materialen
Startopdracht; Pak je boek en ga rustig zitten. Lees blz 45, 46, 47 enzovoort...
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H7: Materialen
Startopdracht; Pak je boek en ga rustig zitten. Lees blz 45, 46, 47 enzovoort...

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Huiswerk
  2. Terugblik 
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Huiswerk
  6. Nabespreking
  7. Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
  1. Je kunt beschrijven wat een grondstof, een halffabricaat en een eindproduct is.
  2. Je kunt van een aantal eindproducten benoemen van welke halffabricaten en materialen ze worden gemaakt.
  3. Je kunt de vier stappen van een productieproces beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen  7.4 Afval en milieu
  1. Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn voor het milieu tijdens het productieproces van materialen.
  2. Je kunt beschrijven wat hernieuwbare grondstoffen zijn.
  3. Je kunt manieren beschrijven van afvalverwerking.
  4. Je kunt beschrijven hoe je verantwoord met afval omgaat.
  5. Je kunt afval scheiden in verschillende soorten afval.

Slide 4 - Tekstslide

Productie en milieu
Het maken van producten heeft gevolgen voor het milieu.
Je moet daarbij kijken naar:
  • • het verbruik van grondstoffen;
  • • het verbruik van energie;
  • • het ontstaan van afvalstoffen.

  • Van veel grondstoffen is een beperkte hoeveelheid beschikbaar op aarde.
  • Er zijn ook hernieuwbare grondstoffen. Hiervan ontstaat steeds een nieuwe voorraad.

Slide 5 - Tekstslide

Het broeikas
effect


Broeikaseffect:
Het tegenhouden van warmtestraling door broeikasgassen.

Versterkt broeikaseffect:
De laag broeikasgassen wordt dikker, waardoor er meer warmte blijft hangen op aarde. 

Slide 6 - Tekstslide

Natuurlijk/versterkt broeikaseffect
(versterkt) broeikaseffect
Broeikasgevaar

Slide 7 - Tekstslide

Verschillende afvalsoorten
  1. Papier/karton
  2. Plastic
  3. Glas
  4. Gft-afval
  5. Chemisch afval
  6.  Restafval

Slide 8 - Tekstslide

Afval
Afval hoort niet in het milieu. Door afval vervuilt het milieu. 
Bv: drinkwater dat vervuild is of dieren die doodgaan van plastic.

Afval moet nuttig worden gebruikt.
Huishoudelijk afval:
  1. Nuttige toepassing (compost, recycling en hergebruik)
  2. Verbranden
  3. Storten

Zwerfafval

Slide 9 - Tekstslide

GFT-afval
Compost

Slide 10 - Tekstslide

Klein chemisch afval (KCA)

Voorbeelden:
  • Nagellak
  • Medicijnen
  • Batterijen
  • Lampen
  • Elektronica


Slide 11 - Tekstslide

Verbranden en storten
  • Restafval wordt bij voorkeur verbrandt.
  • Deze warmte kan je gebruiken om iets op te warmen.
  • Echter komen ook weer verbrandingsgassen vrij.

  • Als het afval niet verbrand kan worden is de enige optie storten.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 19, blz 46 
paragraaf 7.4 Afval en milieu
Je mag samenwerken!

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting
Afvalstof
Materiaal dat of stof die na afloop van het productieproces overblijft en niet nuttig kan worden (her)gebruikt.
Composteren
Afbreken van plantaardig afval door wormen, schimmels en bacteriën, zodat compost overblijft.
gft (groente-, fruit- en tuinafval)
Plantaardig afval dat goed kan worden gecomposteerd.
Hergebruiken
Opnieuw gebruiken van producten.
Hernieuwbare grondstof
Grondstof waarvan steeds nieuwe voorraden ontstaan.
kca (klein chemisch afval)
Schadelijke en giftige stoffen die apart van het overige afval moeten worden verwerkt.
Recyclen
Opnieuw gebruiken van materialen in nieuwe producten.
restafval
Afval dat niet hergebruikt of gecomposteerd kan worden. Het wordt verbrand in een vuilverwerkingsinstallatie.
storten
Afval op een berg gooien.
versterkt broeikaseffect
Extra opwarming van de aarde door meer productie van koolstofdioxide.


















Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting: we weten ....
  1. Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn voor het milieu tijdens het productieproces van materialen.
  2. Je kunt beschrijven wat hernieuwbare grondstoffen zijn.
  3. Je kunt manieren beschrijven van afvalverwerking.
  4. Je kunt beschrijven hoe je verantwoord met afval omgaat.
  5. Je kunt afval scheiden in verschillende soorten afval.

Slide 15 - Tekstslide