2.5 Zuur-basereacties

2.5 Zuur-basereacties
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

2.5 Zuur-basereacties

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-Formatieve check
10 min
-Oefeningen nakijken
10 min
-Zuur-basereacties
20 min
-Titreren
10 min
-Oefenen
30 min

Slide 2 - Tekstslide

Formatieve check
Klik op de link om naar een nieuwe les te gaan, hierbij kan je zelf feedback geven op je leerdoelen:
Checks voor 2.5 Zuur-basereacties

De laatste slide sla je voor nu over, deze is voor het einde van de les!

Slide 3 - Tekstslide

Oefeningen nakijken
Ik loop langs om te controleren of je je spullen bij je hebt en of de oefeningen gemaakt zijn.

De antwoorden staan in het eerste tabblad van de Studiewijzer in Magister.
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kunt uitleggen dat neutraliseren en ontkalken zuur-basereacties zijn.
  • Je kunt van een gegeven zuur-basereactie het reactieschema geven.
  • Je kunt een indicator gebruiken om met een kleuromslag het eindpunt van een neutralisatiereactie zichtbaar te maken.
  • Je kunt uit het resultaat van een titratie de concentratie van een zure of basische oplossing berekenen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat denk je dat er gebeurt als je een zuur en een base zou samenvoegen?

Slide 6 - Open vraag

Zuur-base reacties
Wat gebeurt er als je een zuur en een base zou samenvoegen?

Dan gaan de zuur en base met elkaar reageren!
zuur + base → reactieproducten

Dit noem je een zuur-base reactie.


Slide 7 - Tekstslide

Stel je voegt een zuur en een base samen, dan ontstaat er een zuur-base reactie.
Wat gebeurt er met de pH als je een base toevoegt aan een zuur?

Slide 8 - Open vraag

Neutraliseren
  • Je kunt een zuur volledig ontzuren door het te laten reageren met de juiste hoeveelheid van een base.
  • Dit heet neutraliseren.
  • Neutraliseren = een base aan een zuur toevoegen (of omgekeerd) totdat de pH 7 is.
  • Je kan met een indicator kijken of het is geneutraliseerd, fenolftaleïne is daarvan een goed voorbeeld.

Slide 9 - Tekstslide

Neutraliseren

Slide 10 - Tekstslide

Kan je met water een zuur neutraliseren?
A
Ja, want water heeft een hogere pH dan een zuur.
B
Ja, want water heeft al pH 7.
C
Nee, want door water toe te voegen kom je nooit bij pH 7.
D
Nee, want water kan niet neutraliseren.

Slide 11 - Quizvraag

Titreren
Stel ik heb een fles schoonmaakazijn. Dit is azijnzuur gemengd met water. Maar ik weet niet hoeveel azijnzuur er in zit.

Hoe kan ik achter de concentratie azijnzuur komen?

Dit doe je door je zelfgemaakte schoonmaakazijn te vergelijken met de schoonmaakazijn die al een bekende concentratie heeft (hier 180 g/L).

Deze methode heet titreren.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe werkt titreren?
Bij titreren is het de bedoeling dat je beide oplossingen gaat neutraliseren.

Hier heb je dus een base voor nodig. Bij titreren is dat bijna altijd natriumhydroxide.

Een titratieopstelling:
Een buret of pipet met natriumhydroxide boven een Erlenmeyer. De buret/pipet is het meetinstrument.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe werkt titreren?
Hoe ga je stapsgewijs titreren?
  • Stap 1: Doe van allebei de soorten schoonmaakazijn 1 mL in verschillende erlenmeyers.
  • Stap 2: Voeg aan beide erlenmeyers wat water toe.
  • Stap 3: Voeg aan beide erlenmeyers 3 druppels fenolftaleïne toe (indicator).
  • Stap 4 t/m 6 2x (1 voor beide erlenmeyers)
  • Stap 4: Noteer de beginstand van de buret/pipet (hoeveel mL natriumhydroxide zit er in de buret/pipet).
  • Stap 5: Voeg langzaam aan natriumhydroxide toe aan de erlenmeyer totdat de oplossing in de erlenmeyer van kleur verandert (geneutraliseerd).
  • Stap 6: Noteer de eindstand van de buret.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Titreren
Wat kan je hier nu mee?
Stel bij het titreren van de schoonmaakazijn met de bekende waarde (180 g/L) is gebleken dat er 10 mL natriumhydroxide nodig was voordat het azijnzuur geneutraliseerd werd.

Bij het titreren van de onbekende schoonmaakazijn bleek dat er 5 mL natriumhydroxide nodig was voordat het azijnzuur geneutraliseerd werd.

Wat is de concentratie azijnzuur in het onbekende schoonmaakazijn?

Slide 16 - Tekstslide

De bekende oplossing is een oplossing van 1,5 gram azijnzuur in 10 mL. Voor de titratie daarvan is 21 mL natronloog nodig. Voor 10 mL onbekende oplossing (huishoudazijn) is 33 mL natronloog nodig. Bereken hoeveel gram azijnzuur er in de huishoudazijn zit.

Slide 17 - Open vraag

Om de concentratie te bepalen van citroenzuur in citroensap wordt gebruik gemaakt van titratie. Een citroensap met een concentratie van 38,7 g/L blijkt 19,5 mL natriumhydroxide nodig te hebben voordat het is geneutraliseerd.
De onbekende concentratie citroensap blijkt 12,75 mL natriumhydroxide nodig te hebben. Bereken de concentratie van het onbekende citroensap.

Slide 18 - Open vraag

Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:

Hoofdstuk 2 Paragraaf 5:
1 t/m 8

Slide 19 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je?
Klik op de link, deze opent weer de check. Vul nu de laatste slide in:

Slide 20 - Tekstslide