Herhaling hoofdstuk 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Herhaling H1 Iran

Paragraaf 1 tot en met 4 

Paragraaf 1 

Leerdoel= Hoe kun je kaarten over Iran goed lezen?

Betekenis kaart=

1. Vergrootte tekening van de werkelijkheid
2. Verkleinde tekening van de werkelijkheid

Welk begrip hoort er bij deze som=
aantal inwoners: het oppervlakte van het land

1. Bevolkingsspreiding
2. Bevolking
3. Bevolkingsdichtheid
4. Overzichtskaart

1. Dit is een plattegrond
2. Dit is een thematische kaart
3. Dit is een overzichtskaart

Waarom is dit een thematische kaart?

Om een kaart goed te kunnen lezen heb je vier dingen nodig. Welke vier dingen zijn dat?

De schaal is 1:200.000. Nu meet ik met mijn liniaal 4 centimeter op de kaart. Hoeveel kilometer is dit in werkelijkheid? BEREKENING!!!!

In het oosten van Iran valt er weinig tot geen neerslag. Wat zegt dit over de bevolkingsdichtheid?

Paragraaf 2 

Leerdoel: Wat doe je bij aardrijkskunde met inzoomen en met uitzoomen?

Welk schaalniveau?
In Barneveld zijn er veel kerken te vinden

1. Lokaal
2. Regionaal
3. Nationaal
4. Mondiaal

Welk schaalniveau?
In de vakantie ben ik van Schiphol naar Griekenland, Kos gevlogen.

1. Nationaal
2. Continentaal
3. Moniaal
4. Regionaal

Tijdens een fietstocht kom ik langs Ede, Veenendaal en Lunteren

1. Lokaal
2. Regionaal
3. Nationaal
4. Continentaal

In het noorden van Teheran kom ik smalle straten, oude winkels, overdekte markten tegen

1. Waar
2. Niet waar

Paragraaf 4 

Leerdoel: Welke soorten afstanden zijn er in de aardrijkskunde?

Teheran ligt op een hoogte van 1.100 meter boven zeeniveau.
Welk begrip hoort hierbij?

1. Relatieve afstand
2. Absolute afstand
3. Hoogteligging
4. Hoogteafstand

In de Nederland vinden we veel RELIËF (hoogteverschillen in het landschap) terug

1. Waar
2. Niet waar

De afstand van jouw huis naar de school kan je meten in 1 rechte lijn. Hoe noemen we deze afstand?

Tijdens het fietsen heb ik alle stoplichten tegen, hierdoor neemt mijn relatieve tijd ...

1. Toe
2. Af

Ik ben sneller met de auto dan met de fiets, als ik naar school wil. De absolute afstand neemt dus af.

1. Waar
2. Niet waar

Aan de slag

- Een samenvatting maken/leren
-De begrippen overschrijven/leerdoelen overschrijven
-Zelftoets maken op de online methode 

-Vragen? Dan kom ik langs