Wat weet jij al van...?

Nieuwe theorie
Dyslexie
Dyscalculie
Hyperlexie
Hoogbegaafdheid
NLD
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Nieuwe theorie
Dyslexie
Dyscalculie
Hyperlexie
Hoogbegaafdheid
NLD

Slide 1 - Tekstslide

Voeg een afbeelding toe die jij vindt passen bij 'Dyslexie'?

Slide 2 - Open vraag

Wat is Dyslexie?
'Dys' betekent 'beperkt' en 'lexis' betekent woord. Mensen met dyslexie hebben moeite met het lezen of schrijven van woorden, of met beide. Wie dyslexie heeft, is niet minder intelligent dan iemand zonder dyslexie. Alleen bij het koppelen van letters en klanken werken de hersenen anders dan bij mensen zonder dyslexie.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is dyscalculie?

Slide 5 - Open vraag

Dyscalculie
letterlijk: 'niet kunnen berekenen'
ernstige en langdurige problemen met het leren en toepassen van reken- en wiskundekennis terwijl die niet komen door een gebrek aan intelligentie of te weinig onderwijs.

Slide 6 - Tekstslide

Hyperlexie
Hyperlexie is een syndroom dat wordt gekenmerkt door een intense fascinatie voor letters of cijfers en een geavanceerd leesvermogen. Hyperlexische kinderen lezen op niveaus die veel hoger zijn dan die van hun leeftijdsgenoten en beginnen vaak met lezen op zeer jonge leeftijd, soms op de leeftijd van twee.

Slide 7 - Tekstslide

Terwijl hyperlexische kinderen hele goede leesvaardigheden hebben, hebben ze over het algemeen moeite met het begrijpen en gebruiken van gesproken taal. Ze begrijpen niet (goed) wát het leest. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoogbegaafdheid
Een kind kan heel makkelijk leren
Hoogbegaafdheid is een combinatie van een uitzonderlijke intelligentie, creativiteit en doorzettingsvermogen.

Slide 10 - Tekstslide

voelen zich anders...
Hoogbegaafden voelen zich vaak ‘anders’, omdat ze sneller en complexer denken. Daarnaast nemen ze de buitenwereld door hun zintuigen vaak intenser in zich op dan een gemiddeld persoon. Waardoor de emoties vaak hoog oplopen bij deze kinderen, maar ook bij hun ouders en omgeving.

Slide 11 - Tekstslide

gevolgen in de klas
 vervelen, onderpresteren (omdat kind niet wil opvallen)
soms pas problemen op VO (nooit leren leren, nooit uitdagingen gehad op PO)

Slide 12 - Tekstslide

Wat kan jij doen in de kinderopvang als je te maken hebt met 'slimme kinderen'?

Slide 13 - Open vraag

Rijke speelomgeving
Het is van belang om in de speelomgeving rekening te houden met slimme peuters. Deze speelomgeving dient pikkelend te zijn en horen er mogelijkheden te zijn tot experimenteren en onderzoeken. Het is belangrijk dat jonge kinderen nieuwsgierig blijven en, waar mogelijk, nog nieuwsgieriger worden en dat ze leren dat fouten maken nodig is om verder te komen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

lezen, spellen en schrijven gaat erg moeizaam
informatie die hij/zij hóórt, komt beter binnen dan informatie die hij ziet/voelt.
Ernstige problemen bij het toepassen van reken- en wiskundekennis
Op jonge leeftijd interesse in woorden, getallen, letters (maar begrijpt niet altijd wat het leest)
Op jonge leeftijd makkelijk technisch lezen
Een kind kan héél makkelijk leren
Een kind gaat onderpresteren omdat het niet uitgedaagd wordt
Vaak een onhandige motoriek
Er is sprake van .... als er geen andere oorzaken zijn die de leesproblemen kunnen verklaren
Dyslexie

Dyscalculie
Hyperlexie
Hoogbegaafdheid
NLD

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide