Salut, c'est moi! les 8

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour!

Présence

tout le monde est présent?

Le programme

Aujourd'hui c'est jeudi 21 novembre

• le verbe AVOIR 
• parler
• Les devoirs (het huiswerk)

Les buts

- Je kunt het werkwoord avoir gebruiken

- Je weet de uitspraak van woorden die eindigen op een h, d, t of s.  (A1)

- Je kunt over je familie vertellen. (A1)
 

Doelen van vandaag

- je kunt je familie beschrijven

- je kunt het werkwoord avoir gebruiken

Le verbe avoir - 

het werkwoord hebben

avoir is een...

1. zelfstandig naamwoord
2. lidwoord
3. onderwerp
4. (hulp)werkwoord

avoir

1. hebben
2. willen
3. zijn
4. kunnen

Vul de juiste vorm van avoir in:
je ________

1. je ai
2. j'ai
3. je suis
4. je fais

Vul de juiste vorm van avoir in:
Elle ________

1. ai
2. as
3. a
4. avons

Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________

1. ai
2. ont
3. avez
4. avons

Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________

1. ai
2. as
3. a
4. avons

Vul de juiste vorm van avoir in:
Vous ________

1. avez
2. as
3. ont
4. avons

Vul de juiste vorm van avoir in:
tu ________

1. ai
2. as
3. a
4. avons

Maak met je buurman/buurvrouw opdracht 29

au travail-
les devoirs

Salut, c'est moi!

apprendre: H

reviser: A - B - C - D - E - F - G

faire: 30 - 33a

Neem een gekke foto van je familie (op je laptop)

Ben je klaar met de opdrachten?

ga je woordjes leren met quizlet:

Klik op link om bij quizlet te komen.

la fin

• wat heb je geleerd?
• vragen?

ik kan het werkwoord avoir gebruiken

Ik weet de uitspraak van woorden die eindigen op een h, d, t of s. (A1)

Ik kan over mijn familie vertellen. (A1)

au revoir!