Uit de tekst blijkt dat de ik-persoon met zijn/haar vader naar het huis ging en dat daar de moeder en de zus van de ik-persoon waren. De ik-persoon zag zijn/haar broer niet.
Als hij/zij moeder vraagt of ze het eten klaar heeft, zegt de ik-persoon ‘wij, hij hier (ὅδε) en ik zijn er, en zij en jij ook’.
Die ὅδε moet wel de vader zijn.
αὕτη moet dan wel die zus zijn en de moeder wordt aangesproken met jij (σὺ).
De ἐκεῖνον is dan de broer die de ik-persoon niet zag.
Slide 7 - Tekstslide
Alles stroomt
Hulpboek blz. 12,
Opdracht 17 en 19.
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht 17
a In r. 13:van hem.
In r. 18: aan hem
b Bijvoorbeeld: wanneer vormen van αὐτός gebruikt worden als persoonlijk voornaamwoord dan staat er geen lidwoord bij; ze congrueren niet meteen ander zinsdeel; ze staan niet in de naamval nominativus.
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 19
a ἐν τῷ αὐτῷ ποταμῷ (r.12)
b τῷ αὐτῷ (hij vergist zich door te zeggen dat het dezelfde rivier is).
d De uitspraak dat alles verandert, πάντα ῥεῖ .
e Hij vindt dat ze gisteren en vandaag bij dezelfde rivier kwamen om de kleren te wassen en vindt dit filosofische argument dus onzin.
Slide 10 - Tekstslide
Verbazingwekkende prestaties
Lees tekstboek blz. 92 en 93.
Maak Hulpboek blz. 14,
Opdracht 22 en 24.
timer
10:00
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 22ab
a Bijvoorbeeld: Herodotos schreef net als de logografen bestaande verhalen op (in tegenstelling tot verzonnen verhalen) en hij behandelde de geschiedenis van regio’s en volkeren of geslachten.
b Eigen verwerking, bijvoorbeeld: Herodotos probeerde oorzaken aan te wijzen en te verklaren waarom de dingen waren gegaan zoals ze waren gegaan.
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht 22c
c Herodotos was de eerste die geschiedenis schreef in de traditie van vandaag: historische gebeurtenissen opschrijven en die óók verklaren door ze in verband te brengen met andere gebeurtenissen en feiten.
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht 24
a Korinthe
b εἰκόνα (r.29): een (bronzen) beeld van Arion
Slide 14 - Tekstslide
Hulpboek blz. 100
Slide 15 - Tekstslide
πᾶς
Doel ▶︎
Je leert de vormen van het bijvoeglijk naamwoord πᾶς herkennen en vertalen.
Slide 16 - Tekstslide
πᾶς
Doel ▶︎
Je leert de vormen van het bijvoeglijk naamwoord πᾶς herkennen en vertalen.
Slide 17 - Tekstslide
πᾶς
Doel ▶︎
Je leert de vormen van het bijvoeglijk naamwoord πᾶς herkennen en vertalen.
2 Elke zeeman brengt in alle havens, waar hij komt, altijd het hele schip weer op orde.
Slide 20 - Tekstslide
Hulpboek blz. 102
Slide 21 - Tekstslide
ἑκών, σώφρων en ἡδύς
Doel ▶︎
Je leert de vormen van de bijvoeglijke naamwoorden van de typen ἑκών, σώφρων en ἡδύς herkennen en vertalen.
Slide 22 - Tekstslide
πᾶς
Doel ▶︎
Je leert de vormen van het bijvoeglijk naamwoord πᾶς herkennen en vertalen.
Slide 23 - Tekstslide
πᾶς
Doel ▶︎
Je leert de vormen van het bijvoeglijk naamwoord πᾶς herkennen en vertalen.
Slide 24 - Tekstslide
πᾶς
Doel ▶︎
Je leert de vormen van het bijvoeglijk naamwoord πᾶς herkennen en vertalen.
Slide 25 - Tekstslide
In de woordenlijst
ἑκών, ἑκοῦσα, ἑκόν, ἑκόντος
σώφρων, -ον
ἡδύς, -εῖα, -ύ
ἀγαθός, -ή, -όν
μακρός, -ά, -όν
Slide 26 - Tekstslide
Hulpboek blz. 103
Maak erga 24 en 25.
timer
5:00
Slide 27 - Tekstslide
Ergon 24
οἶνον γλυκύν:
zoete wijn
ὅπλα βαρέα:
zware wapens
θαλάττης βαθεῖας:
van de diepe zee
Slide 28 - Tekstslide
Ergon 25
α β γ δ
1 πόδες καθαροί εὐρεῖς
2 εἰκόνα ἀθλίαν πᾶσαν
3 ὀνόμασι βραχέσιν φίλοις
4 νόμου ἀγαθοῦ σώφρονος
Slide 29 - Tekstslide
Aan het werk.
Herhaal de grammatica t/m 23
Leer de woordjes t/m 23
Lees Tekstboek blz. 93
Maak Hulpboek blz. 12-13 opdr. 25, 27, 28.
Dit is ook huiswerk.
Slide 30 - Tekstslide
Verbazingwekkende prestaties
Hulpboek blz. 14-15,
Opdracht 25, 27, 28.
timer
10:00
Slide 31 - Tekstslide
Opdracht 25
Van de Korinthiërs heb ik een verhaal over Arion gehoord, de beste citerzanger van heel Griekenland.
Over de waarheid van dat verhaal zijn de inwoners van Lesbos het met de Korinthiërs eens.
Deze Arion namelijk is ooit naar Italië gegaan, waar hij in korte tijd veel bezit heeft gekregen.
Daarna verlangde hij ernaar terug naar huis te reizen en hij vond een schip van Korinthische zeelui;
Korinthiërs vertrouwde hij namelijk allemaal.
Slide 32 - Tekstslide
Opdracht 25
Maar die zeeluiwaren slecht;
want nadat ze de haven hadden verlaten, wilden ze Arion alle bezittingen afpakken en de ongelukkige man zelf in de diepe zee werpen.
De slimme Arion begreep zijn zware lot.
Hij heeft dus de zeelui gesmeekt: '
Jullie willen toch zeker wel eerst de beste citerzanger van heel Griekenland horen?'
Hij heeft alle zeelui overtuigd en in zijn volledige kostuum zong hij eerst een aangenaam lied voor Apollo, en meteen na het lied heeft hij zichzelf vrijwillig uit het schip geworpen.
Slide 33 - Tekstslide
Opdracht 25
De zeelui voeren dus weg naar Korinthe, maar een snelle dolfijn kwam naar Arion;
die had Apollo zelf natuurlijk gestuurd, omdat hij blij was met het fijne lied.
De dolfijn droeg Arion op zijn brede rug.
Toen Arion in Korinthe aankwam, waren de slechte zeelui niet meer in staat om de waarheid te verbergen;
allen hebben een zware straf gekregen.
Nu nog is het in Korinthe mogelijk een bronzen beeld van Arion te bekijken, een mens op een dolfijn.
Slide 34 - Tekstslide
Opdracht 27
a De Korinthiers en de bewoners van het eiland Lesbos.
b ‘Klopt het verhaal dat ik bij de Korinthiërs heb gehoord over Arion? ομολογουσιν (ze zijn het dus eens: het verhaal klopt).
Slide 35 - Tekstslide
Opdracht 28
➢Eigen verwerking.
➢r. 1-4 en 28-30 vormen de achtergrond van het verhaal.
➢Bijvoorbeeld:r. 1 Ἤκουσα: ik hoorde. Herodotos vertelt hier welke bron hij gebruikt.
r.18 ἔξεστι: het is mogelijk. Hij legt hier uit dat er nu nog(in zijn tijd) een beeldvan Arion op een dolfijn in Korinthe te zien is, en dat valt dus buiten de verleden tijden waarin het eigenlijke verhaal wordt verteld.