Les 4 - Mengsels

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen?

- Herhaling

- Wat is een oplossing, suspensie en emulsie

- Herkennen van verschillende mengsels

Dichtheid kunnen we uitdrukken in welke eenheid?

1. gram
2. g/cm
3. g/cm3
4. liters

Bereken!

We vinden een blokje metaal in een bak. We willen graag weten van welk metaal het blokje is gemaakt.

de massa is 320 gram.

Het volume is 28,2 cm3.

Bereken de dichtheid in g/cm3.

Suiker, zout en thee. Welke van deze drie is een mengsel?

Soorten mengsels

We hadden al besloten dat een mengsel uit verschillende (zuivere) stoffen bestaat. 

Mengsels kunnen we nog in 3 soorten opsplitsen die vloeibaar zijn;

oplossingen, suspensies en emulsies.

Oplossingen

Een oplossing is een heldere, soms gekleurde vloeistof waarin één of meerdere stoffen in zijn opgelost. Je kan een vaste, vloeibare stof of gas oplossen in een oplosmiddel.

Wat voor oplossing kan jij je bedenken?

Suspensie

Een suspensie is een troebel mengsel van een fijne vaste stof die blijft rondzweven in een vloeistof. Een suspensie kan je roeren waardoor het opgelost lijkt, maar het blijft troebel. Na een tijdje gaat de stof bezinken. 

Stelling: Een suspensie is een mengsel van een vloeistof en een vaste stof

1. ja
2. nee

Emulsie 

Een emulsie is een troebel mengsel van vloeistoffen waarbij de vloeistofdruppels door elkaar zweven. Olie lost niet op in water. Ook als je het mengsel goed roert lost het niet op in water. 

Emulsie

Ook wilt een emulsie graag ontmengen. Er ontstaan dan 2 lagen. De vloeistof met de kleinste dichtheid gaat bovenop liggen. Om er voor te zorgen dat zo een emulsie niet ontmengt wordt er een emulgator aan toegevoegd. Bij mayonaise is dit het eigeel.

Welke bekende stof lost niet op in water?

Oplosmiddel

Een oplosmiddel, vaak water, wordt gebruikt om andere stoffen in op te lossen. Lang niet alle stoffen zijn op te lossen in water waardoor je een ander oplosmiddel moet kiezen. Alcohol en terpentine zijn oplosmiddelen die vet kunnen oplossen.

Noem een verschil tussen een oplossing en een suspensie

Opgaven deze les

Hoofdstuk 1 paragraaf 4

Opgaven 1 t/m 12