Les 1 jong en oud

Les 1
 economie periode 2
Jong en oud 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 1
 economie periode 2
Jong en oud 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
Aan het einde van de les kan je
Uitleggen wat het prisoner's dilemma is. 
Aangeven wat de dominante strategie is. 
Wat een bindende afspraak is.
Wat meeliften is. 
Wat ruilen over tijd is en hoe dit werkt.
Wat consumeren is. 

Slide 2 - Tekstslide

Een paar begrippen
Dominante strategie - De strategie die het beste resultaat oplevert, ongeacht de keuze van de andere speler(s).
Free rider - (= meelifter) Iemand die profiteert van de inspanningen van een ander.
Bindende afspraak - Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt of niet onderuit kunt. In de speltheorie: men heeft van tevoren afgesproken een bepaalde strategie te volgen.




Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Speltheorie
Dominante strategie
De strategie die het beste resultaat oplevert, ongeacht de keuze van de andere speler(s).

Slide 5 - Tekstslide

Stel Emar kiest voor Wel, dan is voor SD de beste keuze Wel, omdat 40 beter is dan 0
Stel Emar kies voor Niet, dan is voor SD de keuze Wel, omdat 100 beter is dan 60
SD zal dus ongeacht de keuze van Emar kiezen voor Wel prijsverlaging (= dominante strategie)

Ook voor Emar is dominante strategie Wel prijsverlaging (gebruik zelfde redenering)

Uitkomst zal dus zijn dat beide supermarkten een winst behalen van € 40 (niet optimaal)

Slide 6 - Tekstslide

Levensfasen
Kinderfase
Ouderfase
grootouderfase

Wat de ene generatie doet heeft gevolgen voor de andere.

Slide 7 - Tekstslide

Wat de ene generatie doet heeft gevolgen op de andere. Geef hierbij een voorbeeld.

Slide 8 - Open vraag

Heb jij wel een geld geleend?
Ja
Nee

Slide 9 - Poll

Is een Tikkie ook geld lenen?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

CONSUMEREN, SPAREN, LENEN

Slide 11 - Tekstslide

Stroomgrootheid (periode)
voorraadgrootheid (nu)

Slide 12 - Tekstslide

Het loon dat je op je bankrekening krijgt bijgeschreven voor je bijbaantje
A
Stroomgrootheid
B
Voorraadgrootheid

Slide 13 - Quizvraag

Je hebt aan het eind van het jaar €350 op je spaarrekening staan.

A
Stroomgrootheid
B
Voorraadgrootheid

Slide 14 - Quizvraag

De aflossing van de lening voor je studie.
A
Stroomgrootheid
B
Voorraadgrootheid

Slide 15 - Quizvraag

Ruilen over tijd
Nu sparen = meer welvaart (geld) voor later 
Nu lenen = minder welvaart (geld) voor later 
Rente heeft invloed op deze keuzes 
Nu werken = nu meer welvaart (geld)
Nu studeren = nu minder welvaart, maar later meer

Slide 16 - Tekstslide

Ruilen over de tijd
Waarom is investeren in onderwijs door de overheid ‘ruilen over de tijd’?
....................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

Slide 17 - Tekstslide

Ruilen over de tijd
Waarom is investeren in onderwijs door de overheid ‘ruilen over de tijd’?
Het kost nu geld, maar als de beroepsbevolking hoger is opgeleid, leidt dat tot een hoger nationaal product (BBP) en dus hogere belastinginkomsten later.

Slide 18 - Tekstslide