Basisvoeding les 3

Wie gaat er als eerst de opdracht gezonde sportkantine presenteren?
1 / 36
volgende
Slide 1: Open vraag
basisvoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wie gaat er als eerst de opdracht gezonde sportkantine presenteren?

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Is het tot nu toe gelukt met het voedingsschema?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb 3 dagen mijn voeding bijgehouden en ingevuld in voedingscentrum app
Ja dat heb ik gedaan
Nee, dit heb ik nog niet gedaan

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten

Slide 5 - Woordweb

Wat weet je al over koolhydraten?
Waar gebruikt je lichaam ze voor?
In welke producten zitten koolhydraten?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

(grootste) Energie leverende voedingstof 

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

1. Monosachariden - Enkelvoudige suikers- komen vaak uit honing- fruit- druivensuikertabletten 
2. disachariden - tweevoudige suikers 
Zit in melk (maltose in bier) en kristalsuiker 
3. oligosachoriden 
Zit in sommige sportdranken 
4. Polysachoriden - complexe koolhydraten 
Zitten in peulvruchten en aardappelen 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel glycogeen kan een mens gemiddeld opslaan in zijn spieren?
A
Tussen de 300 en 500 gram
B
Tussen de 400 en 600 gram
C
Tussen de 500 en 800 gram

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

snappen van de stof 
Kijk voor de volgende vragen alleen naar de koolhydraten
 (niet naar de mineralen/vitamines/vezels)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een donut bevat andere koolhydraten dan een banaan?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Als je het inneemt zijn het beide andere soorten koolhydraten 
Na de spijsvertering zijn de koolhydraten uit een donut hetzelfde als de koolhydraten uit een banaan?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Ze zijn beide omgezet en opgeslagen als glucogeen 

Slide 18 - Tekstslide

De mens kan uit koolhydraten het makkelijkste energie vrijmaken. 

Om koolhydraten te verbranden heb je minderenergie nodig dan bij vetten. 

Het lichaam kan 3 keer zo snel energie vrijmaken uit koolhydraten dan uit vetten 
Welke banaan zou jij een sporter adviseren tijdens een tenniswedstrijd?
A
Een groene banaan?
B
Een gele rijpe banaan?

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Insuline is nodig voor?

Slide 22 - Open vraag

Insuline zorgt er voor dat glucose wordt vervoerd naar de cellen, dat de cellen open gaan, zodat glucose naar binnen kan om te worden verbrand tot energie. Glucose die niet direct nodig is wordt opgeslagen in lever, vet en spieren, en kan later worden gebruikt. Bij onvoldoende insuline, of als de cellen ongevoelig zijn voor insuline, kan glucose de cel niet goed in, waardoor de bloedglucose stijgt. Zo ontstaat diabetes.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent hypoglycemie?

Slide 27 - Open vraag

wat denk je dat het betekend?:


Een bloedsuikerspiegel die te sterk wisselt. De klachten treden vooral op wanneer de bloedsuikerspiegel te laag is.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de belangrijkste leveranciers van koolhydraten?

Slide 30 - Woordweb

Wat denk  jij?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Wat betekend geraffineerde en ongeraffineerde

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever hier je overzicht van je dag op voedingscentrum in.
Deze gebruik je vanaf nu voor ieder hoofdstuk van de voedingsopdracht.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk!
Lezen reader blz 9-13
Maak Hoofdstuk 3 en 5 van de voedingsschema opdracht

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies