2H oefenen

s
t
v
Snelheid
Afstand
Tijd
1 / 16
volgende
Slide 1: Sleepvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

s
t
v
Snelheid
Afstand
Tijd

Slide 1 - Sleepvraag

Met welke eenheid kun je afstand aanduiden? (meer antwoorden zijn goed)
A
Kilometer
B
Lengte
C
Afstand
D
Meter

Slide 2 - Quizvraag

Als je snelheid wilt bereken moet je de volgende formule gebruiken:
=
Afstand
Tijd
Snelheid

Slide 3 - Sleepvraag

Met welke eenheid kun je tijd aanduiden? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
Seconden
B
Uren
C
Minuten
D
Klok

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de afkorting van
1: meter
2: seconden
A
1: met 2: s
B
1: m 2: s
C
1: m 2: sec
D
1: met 2: sec

Slide 5 - Quizvraag

Wat kan je zeggen van de snelheid bij
een eenparige beweging?
Wat kun je zeggen van de snelheid bij een eenparige beweging?
A
de snelheid neemt af
B
de snelheid blijft gelijk
C
de snelheid neemt toe

Slide 6 - Quizvraag

Vertraagde beweging
Eenparige beweging
Stroboscopische foto
Versnelde beweging

Slide 7 - Sleepvraag

Een atleet loopt 500 meter in 50 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid
A
10 m/s
B
0,1 m/s
C
2500 m/s
D
25 m/s

Slide 8 - Quizvraag

Johan fietst met een snelheid van 5,5 m/s, hoeveel km/h is dat?
A
5,5 x 3600 / 1000= 19,8
B
5,5
C
5,5 x 1000 / 3600 = 1,53
D
55

Slide 9 - Quizvraag

Ik fiets met 15 km/h naar school, daar doe ik een uur over. Hoeveel km moet ik fietsen?
A
5 km
B
15 km
C
30 km
D
1,5 km

Slide 10 - Quizvraag

a
b
c
Versnelde beweging
Eenparige beweging
Vertraagde beweging

Slide 11 - Sleepvraag

Tom rijdt een flinke afstand op zijn racefiets. Na drieënhalf uur fietsen kijkt hij op zijn fietscomputer. Hij ziet dat zijn gemiddelde snelheid 28 km/h is.
Welke afstand heeft Tom in drieënhalf uur afgelegd?
A
28 / 3,5 = 8 km
B
28 / 3,5 x 3,6 = 28,8 km
C
28 x 3,5 = 98 km
D
28 x 3,5 x 3,6 = 352,8 km

Slide 12 - Quizvraag

Versnelde beweging
Eenparige beweging
Vertraagde beweging
Eenparige beweging
Versnelde beweging
Vertraagde beweging

Slide 13 - Sleepvraag

De afstand die je aflegt in de reactietijd
                                                     is de _____________ .

De reactieafstand hangt af
                   van je _____________ 
            en van de _____________ waarmee je rijdt.

afstand
bewegingen
constante
even
nog niet
snelheid
reactietijd
reactieafstand
tijd
versnelde
vertraagde

Slide 14 - Sleepvraag

wat voor grafiek is dit
A
evenredig
B
lineair
C
omgekeerd evenredig

Slide 15 - Quizvraag

Hiernaast zie je 4
x-t grafieken.
Grafiek A is een voertuig dat......
A
stilstaat
B
rijdt met constante snelheid
C
versnelt
D
vertraagt

Slide 16 - Quizvraag