Hoofdstuk 4 spellig

Hoofdstuk 4 spelling
Pak je boek erbij en je iPad!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 spelling
Pak je boek erbij en je iPad!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we in deze les doen?
  • Kort herhalen 4.7 grammatica
  • Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
  • Tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Welke twee woordsoorten hebben we in de vorige les behandeld?

Slide 3 - Open vraag

Aanwijzende voornaamwoorden wijzen altijd naar iets of iemand.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze jongens waren super vervelend.

Wat is het aanwijzend vnw?
A
Jongens
B
Deze
C
Waren
D
Super

Slide 5 - Quizvraag

Er zijn maar vier vragende voornaamwoorden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Wie is die mysterieuze man?

Wat is het vragend vnw?
A
Is
B
Die
C
Wie
D
Man

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een voltooid deelwoord?

Slide 8 - Woordweb

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

  • Voltooid deelwoord kan als een bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. 
  • Voltooid deelwoord van sterke ww op -e(n) veranderen niet:
  1. Het gesmolten ijsje.
  2. De gedragen kleding.

Slide 9 - Tekstslide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

  • Je schrijft voltooid deelwoorden die gebruikt worden als bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort mogelijk! Let wel op dubbel -tt of -dd!
  1. De vergrote foto.
  2. Het gewitte plafond.
  3. De gemiste les.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een tegenwoordig deelwoord?

Slide 11 - Woordweb

Tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

  • Een tegenwoordig deelwoord kan ook gebruikt worden als bijvoeglijk naamwoord. 
  • Hier gelden dezelfde regels voor als bij het voltooid deelwoord!

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Jullie gaan opdracht 1, 4 en 5 maken van paragraaf 4.8 spelling.
  • Overleggen met elkaar mag.
  • Als je klaar bent mag je iets voor jezelf doen! 

Slide 13 - Tekstslide