4.8 spelling 1-3-4-5-6 (nakijk gram 7 tm 15)

4.8 spelling
voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

tussenletters in samenstellingen

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.8 spelling
voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

tussenletters in samenstellingen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les: 
- Heb je de opdrachten van grammatica van de vorige les nagekeken. 
- Heb je geleerd hoe de spelling van het voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord is. 

Slide 2 - Tekstslide

opdracht 7 

Slide 3 - Tekstslide

opdracht 8
 

Slide 4 - Tekstslide

opdracht 9
 

Slide 5 - Tekstslide

opdracht 10
 

Slide 6 - Tekstslide

opdracht 11
 

Slide 7 - Tekstslide

opdracht 15
 

Slide 8 - Tekstslide

weet je het nog? 
Sterke werkwoorden?
Zwakke werkwoorden?

Slide 9 - Tekstslide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Mijn ijsje is gesmolten (vd)                         Het gesmolten ijsje (bn)
De kleren zijn gedragen (vd)                      De gedragen kleren (bn)
De foto is vergroot (vd)                                 De vergrote foto (bn)
Het plafond is gewit (vd)                              Het gewitte plafond (bn)
Ik heb de les gemist (vd)                              De gemiste les (bn)

SCHRIJF HET ZO KORT MOGELIJK

Slide 10 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo ...
A
Lang mogelijk
B
Kort mogelijk

Slide 11 - Quizvraag

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verslijten) de ... broek
A
verslijte
B
versleten
C
verslijten
D
verslete

Slide 12 - Quizvraag

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verknippen) de ... broek
A
verknipte
B
verknipten
C
verkniptte
D
verknipt

Slide 13 - Quizvraag

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verbranden) de … neus
A
verbrandde
B
verbrande

Slide 14 - Quizvraag

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.

(vergroten) de ...foto
A
vergrote
B
vergroote
C
vergrootte

Slide 15 - Quizvraag

Schijf het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:

het ... (smelten) ijsje.

Slide 16 - Open vraag

Schijf het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:

de ... (verbranden) aardappelen

Slide 17 - Open vraag

Schijf het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:

het ... (kneden) deeg

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Link

samenstelling met tussen -s 
*Wat is een samenstelling?

Je schrijft een tussen -s als je die hoort.
Jongensbroek, bruidsjurk

Stationschef --> Je hoort de -s niet.
 Verander het tweede woord in stationshal

Slide 20 - Tekstslide

Samenstelling 
met tussen -n
f

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk

Maak opdracht 1, 3, 4, 5, 6
blz  59 tm 62

Slide 22 - Tekstslide