Lezen H1 - opdr. 2 en 4 2023-2024

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoel: je weet welke tekststructuren er zijn en je kan ze herkennen in een tekst.
- Teruggeven observaties proeftoets
- Terugblik
- Voorkennis ophalen
- Opdr. 2 en 4 Lezen H1 maken 
- debatten

Slide 2 - Tekstslide

Observaties proeftoets
  • genoeg opschrijven
  • Vergeet bij een oorzaak gevolg niet op te schrijven wat je aan het doen bent
  • als is een signaalwoord van een voorwaarde -> geen enkel ander tekstverband.
  • signaalwoorden + tekstverbanden goed kennen -> leer het schema uit je hoofd
  • Onderwerp is één woord of een woordgroep -> geen persoonsvorm
  • Onderwerp is belangrijkste, waarover gaat de tekst -> geen voorbeelden
  • Woordenschat gaat al redelijk goed!
  • Let op spelling en interpunctie (hoofdletter aan het begin en punt aan het einde).
  • tempo
  • Tip: herhaal bij formuleringsvragen de vraag in het antwoord. Als ik vraag naar een argument, schrijf dan op: het argument, dat de schrijver in alinea... geeft is ........

onleesbaar betekent fout.








Slide 3 - Tekstslide

Vul de juiste leestekens in:
Mijn moeder vraagt Wil je ook je eigen lunchpakket meenemen


Slide 4 - Open vraag

Het _________ (gebeuren) regelmatig dat jij te laat op school komt.

Slide 5 - Open vraag

Welk verband herken je in de volgende zin:

Om de eindronde te bereiken zullen we de komende twee wedstrijden echt moeten winnen.
A
Doel-middel
B
oorzakelijk
C
redengevend
D
toegevend

Slide 6 - Quizvraag

Welk verband herken je in de volgende zin:

Voor het proefwerk geschiedenis had ik een slecht cijfer, omdat ik er te weinig voor geleerd had.
A
Doel-middel
B
oorzakelijk
C
redengevend
D
toegevend

Slide 7 - Quizvraag

Welk verband herken je in de volgende zin:

Als je nu meteen vertrekt, kun je nog op tijd komen voor het concert
A
vergelijkend
B
voorwaardelijk
C
toegevend
D
redengevend

Slide 8 - Quizvraag

Welk verband herken je in de volgende zin:

Ik ga toch naar hockey, ook al zei ik dat ik ziek was.
A
vergelijkend
B
voorwaardelijk
C
toegevend
D
redengevend

Slide 9 - Quizvraag

Welke tekststructuren ken je?

Slide 10 - Woordweb

Welke tekstdoelen zijn er?

Slide 11 - Woordweb

Wat is een kernzin en waar vind je die?

Slide 12 - Open vraag

Stucturerende zin
Een structurenende zin sluit iets af of kondigt iets aan. 

Bijvoorbeeld: 
  • Hieronder worden drie voordelen uiteengezet. 
  • Zojuist hebben we de nadelen besproken. 
Vaak staan deze zinnen aan het eind of aan het begin van een alinea. 

Slide 13 - Tekstslide

Voorkennis ophalen
Vingers omhoog!

Wie gaat er wel eens naar Ikea?
Wie heeft er in zijn/haar kamer Ikea-producten staan?

Slide 14 - Tekstslide

Opdr. 2 en 4 Lezen H1 maken
- Blz. 14-15
- Maak de opdr. 2 in twee- of drietallen 
- Klaar? Opdr. 4 maken 
- Huiswerk: opdr. 2 en 4 af 

Slide 15 - Tekstslide

Wil je meer uitleg over tekststructuren of weet je wat tekststructuren zijn en kan je ze herkennen?

Slide 16 - Open vraag