Bijwoordelijke bepaling en samengestelde zinnen

Planning
Welkom ( 5 minuten)
Lezen (10 minuten)
Terugblik vorige week (8 minuten)
Nakijken huiswerk opdracht 3 en 4 blz. 212/213 (20 minuten)
Uitleg 'Samengestelde zinnen' (10 minuten)
Aan de slag! (20 minuten)
Evaluatie les (7 minuten)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Planning
Welkom ( 5 minuten)
Lezen (10 minuten)
Terugblik vorige week (8 minuten)
Nakijken huiswerk opdracht 3 en 4 blz. 212/213 (20 minuten)
Uitleg 'Samengestelde zinnen' (10 minuten)
Aan de slag! (20 minuten)
Evaluatie les (7 minuten)

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige week!

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Vorige week hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
we
B
hebben behandeld
C
de bijwoordelijke bepaling
D
vorige week

Slide 4 - Quizvraag

Djelena : Een zin kan meer dan één bijwoordelijke bepaling
hebben.

Damla : Het woord 'niet' is in een zin altijd een bijwoordelijke
bepaling.
A
Djelena en Damla hebben beide gelijk.
B
Djelena en Damla hebben beide ongelijk.
C
Djelena heeft gelijk; Damla niet.
D
Damla heeft gelijk; Djelena niet.

Slide 5 - Quizvraag

In een zin kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen staan, maar het kan ook zo zijn dat er geen bijwoordelijke bepaling in de zin staat.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

bijwoordelijke bepaling
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Thijs
uitgeleend.

Slide 7 - Sleepvraag

Bijwoordelijke bepaling(en)
Ik
nooit
heb
gewonnen.
met de andere quizzen

Slide 8 - Sleepvraag

lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
onderwerp
bijwoordelijke bepaling
werkwoordelijk gezegde
Hij 
viert
zijn verjaardag
dit weekend.
inderdaad

Slide 9 - Sleepvraag

Nakijken
Pak een andere kleur pen!

=> Kijk opdracht 3 en 4 na!

Slide 10 - Tekstslide

Wat leren we vandaag?
Doel: 
  • Ik kan samengestelde zinnen herkennen.
  • Ik kan voegwoorden herkennen.
  • Ik kan de persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een samengestelde zin?
Een samengestelde zin:
• bestaat uit twee losse zinnen die aan elkaar geplakt zijn.
• voegwoord: een woord waarmee je zinnen aan elkaar plakt.
-->    bijvoorbeeld: en, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus.
• heeft twee persoonsvormen (Gebruik de tijdproef!) en vaak  twee onderwerpen

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld samengestelde zin
Yunus neemt drinken mee en Ward zorgt voor de broodjes.
• voegwoord: en
• pv: neemt, zorgt
Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik naar Spotify luister.
• voegwoord: terwijl
• pv: maak, luister

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Maken opdracht 1 en 2 blz. 204 
Hoe? Tweetallen
Tijd? 5 minuten
Hulp? Steek je vinger op
Klaar? Nakijken (tweetallen) 

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Maken opdracht 3 en 4 blz. 205 
Hoe? Alleen
Tijd? 5 minuten
Hulp? Steek je vinger op
Klaar? Boek lezen. => Wordt klassikaal nagekeken!

Slide 15 - Tekstslide

Evaluatie les 
  1. Wat heb je deze les geleerd?
  2. Wat ging deze les goed?

Slide 16 - Tekstslide