In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
THEMA
ZIEKTE EN GEZONDHEID
Slide 1 - Tekstslide
Casus 1: Marianne
Marianne is 39 jaar oud. Ze is moeder van vier kinderen, allemaal in de basisschoolleeftijd. Sinds drie jaar weet ze dat ze suikerziekte heeft. Ze moet zichzelf iedere dag insuline toedienen, anders wordt ze ziek. Daarnaast moet ze ook een streng dieet volgen. In het begin vond ze dit heel vervelend en kon ze er maar niet aan wennen. Sinds ongeveer een jaar heeft ze geaccepteerd dat ze een ziekte heeft en heeft ze de draad van haar leven weer opgepakt.
Casus 1: Marianne
cursus p.1
Slide 2 - Tekstslide
Is Marianne ziek of gezond?
ZIEK
GEZOND
Slide 3 - Poll
Casus 1: Marianne
Emma blijft vandaag in bed. Ze heeft buikpijn en is misselijk. Ze heeft een aantal keren overgegeven en ze heeft diarree. Als haar broertje bij haar komt, stuurt ze hem weg omdat ze zich zo ellendig voelt. Hopelijk is ze morgen wat beter.
Casus 2: Emma
cursus p.2
Slide 4 - Tekstslide
Is Emma ziek of gezond?
ZIEK
GEZOND
Slide 5 - Poll
Casus 1: Marianne
Jeanne voelt zich de laatste tijd niet zo goed. Dat komt omdat haar ouders veel problemen hebben. Ze maken veel ruzie en de sfeer is thuis om te snijden. Jeanne is veel weg. Ze gaat de stad in, blijft langer op school hangen of gaat op bezoek bij haar oma. Als ze thuis is gaat ze meestal meteen naar haar kamer.
Casus 3: Jeanne
cursus p.2
Slide 6 - Tekstslide
Is Jeanne ziek of gezond?
ZIEK
GEZOND
Slide 7 - Poll
gezond vs. ziek cursus p.2
De begrippen gezondheid en ziekte hebben met elkaar te maken.
“Je bent gezond als je niet ziek bent”.
De begrippen ziekte en gezondheid zijn heel lastige begrippen om uit te leggen.
Slide 8 - Tekstslide
De begrippen ziekte en gezondheid zijn heel lastige begrippen om uit te leggen.
1. ziekte en gezondheid zijn dynamische begrippen.
2. ziekte en gezondheid wordt door iedereen anders beleefd.
3. ziekte en gezondheid zijn aan cultuur en geslacht gebonden.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
= wereldgezondheidsorganisatie
leidersrol op het gebied van gezondheidszaken.
Slide 12 - Tekstslide
Gezondheid volgens de World Health Organization
“Gezondheid is een toestand van algeheel, lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden”.
Slide 13 - Tekstslide
- Lichamelijk:
- Geestelijk:
- Sociaal:
Wat betekent...?
cursus p.4
Slide 14 - Tekstslide
- Lichamelijk: wat met je lichaam te maken heeft = fysiek
- Geestelijk: mentaal; wat een persoon denkt, voelt, wilt, …
- Sociaal: Hoe mensen met elkaar omgaan, in relatie tot de samenleving /maatschappij
Wat betekent...?
cursus p.4
Slide 15 - Tekstslide
Conclusie
Je kunt een ziekte hebben en je toch gezond voelen, of geen ziekte hebben en je heel ongezond voelen.
Je gezond voelen heeft te maken met het gevoel van welbevinden op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied.
Dit wordt de holistische mensvisie genoemd.
Slide 16 - Tekstslide
Jolien is net met de opleiding zorgkundige begonnen. Voor de eerste schooldag was ze erg zenuwachtig. De avond ervoor had ze buikpijn en kon ze niet slapen. De eerste week in de klas hield ze zich ook een beetje stil. Nu ze het al wat meer gewoon is, heeft ze het er steeds meer naar haar zin en durft ze ook al meer zeggen.
Jolien is net met de opleiding zorgkundige begonnen. Voor de eerste schooldag was ze erg zenuwachtig. De avond ervoor had ze buikpijn en kon ze niet slapen. De eerste week in de klas hield ze zich ook een beetje stil. Nu ze het al wat meer gewoon is, heeft ze het er steeds meer naar haar zin en durft ze ook al meer zeggen.
Casus 1: Jolien
cursus p.5
Slide 17 - Tekstslide
Casus 1: Hoe herken je uit het voorbeeld dat er samenhang is tussen de 3 aspecten?
Slide 18 - Open vraag
Jolien is net met de opleiding zorgkundige begonnen. Voor de eerste schooldag was ze erg zenuwachtig. De avond ervoor had ze buikpijn en kon ze niet slapen. De eerste week in de klas hield ze zich ook een beetje stil. Nu ze het al wat meer gewoon is, heeft ze het er steeds meer naar haar zin en durft ze ook al meer zeggen.
Louis heeft een ongeluk gehad met zijn fiets. Hij brak zijn onderbeen en zijn kaakbeen. Hij is terug thuis uit het ziekenhuis en moet nog zeker 6 weken thuisblijven. Hij moet veel rusten en hij heeft op dit ogenblik nog veel moeite met praten.
Casus 2: Louis
cursus p.6
Slide 19 - Tekstslide
Casus 2: Welke gevolgen kunnen de lichamelijke problemen hebben op geestelijk en sociaal gebied?
Slide 20 - Open vraag
Factoren die de gezondheid beïnvloeden:
Model van Lalonde (1974)
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Biologische factoren
Biologisch bepaald, erfelijk of verworven gedurende het leven.
Gezondheid wordt bepaald door: het geslacht, de biologische of genetische aanleg, leeftijd, erfelijke eigenschappen en het karakter.
Slide 23 - Tekstslide
Kan je voorbeelden geven van aandoeningen die verworven zijn door erfelijke aanleg?
Slide 24 - Tekstslide
Organisatie van de gezondheidszorg
wetenschappelijke vooruitgang van de geneeskunde
organisatie van de gezondheidszorg en
kwaliteitsvolle en toegankelijke gezondheidszorg
curatieve én preventieve gezondheidszorg
Slide 25 - Tekstslide
Kan je voorbeelden geven van preventieve acties in de GHZ?
Slide 26 - Tekstslide
Leefstijl
Gedrag of een combinatie van gedragingen van een individu
Dit gedrag is direct of indirect gerelateerd aan gezondheid.
Slide 27 - Tekstslide
Kan je voorbeelden geven van leefstijl gedragingen die onze gezondheid beïnvloeden?
Slide 28 - Tekstslide
Fysieke / sociale omgeving
Fysieke omgeving = woonomgeving, groenvoorzieningen, schoolomgeving, verkeerssituatie, aanwezigheid van industrie, fietspaden en speelvoorzieningen, …
Sociale omgeving = opleidingsniveau, de gezinssituatie, de familie, de buren, vrienden, klasgenoten, collega’s, de media, sociale waarden en normen.
Kan je voorbeelden geven van factoren in de fysieke of sociale omgeving die onze gezondheid beïnvloeden?
Slide 30 - Tekstslide
Factoren die de gezondheid beïnvloeden
GEZONDHEID
Slide 31 - Tekstslide
Een voorbeeld van nuldelijnszorg is:
Slide 32 - Open vraag
Een voorbeeld van eerstelijnszorg is:
Slide 33 - Open vraag
Een voorbeeld van tweedelijnszorg is:
Slide 34 - Open vraag
Een voorbeeld van derdelijnszorg is:
Slide 35 - Open vraag
Welke drie verschillende soorten zorg ken je?
Slide 36 - Open vraag
Een voorbeeld van preventieve zorg is:
Slide 37 - Open vraag
Een voorbeeld van curatieve zorg is:
Slide 38 - Open vraag
Een voorbeeld van palliatieve zorg is:
Slide 39 - Open vraag
Van welke organisatie is dit logo?
Slide 40 - Open vraag
Welke 3 vormen van welbevinden worden in de definitie van gezondheid door de WHO vermeld?
Slide 41 - Open vraag
Welke mensvisie houdt rekening met het lichamelijk, geestelijk en sociaal aspect van de mens?
Slide 42 - Open vraag
Gezondheidszorg die gedurende een onafgebroken verblijf van meer dan 24 uur geboden wordt in een zorginstelling, zoals een ziekenhuis, verpleeghuis, verzorgingshuis of een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking.
A
intramurale zorg
B
extramurale zorg
C
transmurale zorg
D
vermale zorg
Slide 43 - Quizvraag
Zorg te beschrijven tussen het ziekenhuis enerzijds en partners in de eerste lijn, andere ziekenhuizen of rust- en verzorgingstehuizen, anderzijds.
A
intramurale zorg
B
extramurale zorg
C
transmurale zorg
D
vermale zorg
Slide 44 - Quizvraag
Deze zorg wordt gegeven door iemand die een opleiding heeft en dit als beroep doet.
Slide 45 - Open vraag
De extra zorg die gegeven wordt door iemand van de directe omgeving vb. vrienden, familie, buren,...
Slide 46 - Open vraag
Alle activiteiten die de mens zelf doet om voor zichzelf te zorgen.
Slide 47 - Open vraag
Als je niet afhankelijk bent van andere mensen en dus autonoom bent dan ben je...
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.