Les 1 + 2 Module 4: Je persoonlijkheid en assertiviteit.

Module 4: Je persoonlijkheid en assertiviteit. Hoofdstuk 1.1 + 1.2
LES 1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Module 4: Je persoonlijkheid en assertiviteit. Hoofdstuk 1.1 + 1.2
LES 1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen hoofdstuk 1

  • Je kunt uitleggen hoe de persoonlijkheid, identiteit en het zelfbeeld van een mens worden gevormd.
  • Je kunt uitleggen dat verschillen in waarden en normen kunnen leiden tot miscommunicatie.
  • Je kunt uitleggen hoe je je zelfkennis kunt vergroten.
  • Je kunt uitleggen hoe feedback je zelfkennis kan vergroten.
  • Je kunt uitleggen hoe je het Johari-venster kunt gebruiken om je zelfkennis te vergroten.
  • Je kunt uitleggen hoe je bewust nieuw gedrag kunt aanleren.
  • Je kunt uitleggen hoe je de STARR(T)-methode kunt gebruiken bij het reflecteren op je communicatie.






Slide 2 - Tekstslide

1.1 Persoonlijkheid, identiteit en zelfbeeld
persoonlijkheid = 
Het totaal van eigenschappen waarmee mensen zich van anderen onderscheiden.

Geen mens is hetzelfde, ieder mens is uniek. Dat is mooi, maar kan ook regelmatig zorgen voor communicatieproblemen. 
Jouw persoonlijkheid en jouw referentiekader bepalen namelijk hoe je naar de wereld kijkt en hoe je op anderen reageert.

Slide 3 - Tekstslide

Verschil tussen persoonlijkheid en karakter
Karakter: 
  • Wordt bepaald door stabiele, vaste eigenschappen die je al vanaf je geboorte hebt. 
  • Blijven je leven lang in meer of mindere mate aanwezig. Erfelijkheid heeft hier invloed op. Kijk naar je ouders/jezelf. . Opvoeding heeft ook een grote invloed op deze eigenschappen. Ze zijn dus niet helemaal vaststaand.

Slide 4 - Tekstslide

Verschil tussen persoonlijkheid en karakter
Persoonlijkheid is hoe je naar de wereld kijkt, jouw houding, gedachten en gevoelens. 

  • Ontwikkeling door je opvoeding en je omgeving en ontwikkeld zich in je hele leven plaats, 
  • Ook je temperament, jouw levendigheid, maakt deel uit van jouw persoonlijkheid. 

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijkheidskenmerken
Meegaand of dominant
Ordelijk of wanordelijk
Emotioneel stabiel of instabiel
Behoudend of innovatief
Introvert of extravert 





Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf in drie woorden jouw persoonlijkheidskenmerken.

Slide 7 - Open vraag

De introverte persoon 
Een persoon met een introverte persoonlijkheid is naar binnen gericht. Hij heeft 
- geen prikkels van buitenaf
- denkt veel na.
- is graag alleen
- zichzelf prima vermaken
- kan zeer geconcentreerd werken
- is goed in een-op-eengesprekken, maar voelt zich in groepen slecht op zijn gemak.
- werkt graag zelfstandig 
- denkt na voor hij iets zegt.








Slide 8 - Tekstslide

De extraverte persoon 
Een persoon met een extraverte persoonlijkheid is naar buiten gericht. De extraverte persoon krijgt zijn energie juist van anderen. 
- heeft veel sociale contacten, liefst de hele dag door.
- legt heel makkelijk contact en stapt op iedereen af.
- praat makkelijk over van alles en nog wat.
- is levendig en spontaan.
- praat makkelijk voor een groep en kan goed mensen motiveren.
- staat graag in het middelpunt van de belangstelling.
- neemt snel besluiten.








Slide 9 - Tekstslide

Identiteit en zelfbeeld
Jouw identiteit is de combinatie van: 
  • jouw eigenschappen
  • persoonlijkheidstrekken 
  • gedragsstijlen. 
Identiteit is hoe je jezelf ervaart en hoe je in het leven staat. Identiteit is ook hoe je je verhoudt tot andere personen.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht over identiteit
Kies een voorwerp dat iets belangrijks zegt over wie jij bent. Dit kan iets zijn dat je dagelijks gebruikt, een erfstuk, een item dat een herinnering oproept, of iets symbolisch voor jouw persoonlijkheid, achtergrond of interesses.

Vertel bijvoorbeeld een persoonlijk verhaal of beschrijf hoe dit voorwerp jouw leven heeft beïnvloed.

Optioneel: Breng het voorwerp mee naar de les en deel je verhaal met je klasgenoten.

Slide 11 - Tekstslide

Zelfbeeld
Het zelfbeeld is het beeld dat je van jezelf hebt. 
Dit kan verschillen met hoe anderen je zien (identiteit) of zelfs met je persoonlijkheid. 
Je zelfbeeld is hoe je naar jezelf kijkt.

Slide 12 - Tekstslide

Normen en waarden
Normen zijn gedragsregels. Het zijn richtlijnen die je vertellen hoe je in sociaal opzicht met elkaar omgaat.
Afhankelijk van cultuur. Wat is 'normaal'en wat niet


Waarden zijn gemeenschappelijke opvattingen van een groep mensen. Een waarde is vaak te beschrijven in één woord, bijvoorbeeld: eerlijkheid, zelfstandigheid, respect.

Slide 13 - Tekstslide

Factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van je persoonlijkheid
  • Aanleg: Dit zijn aangeboren eigenschappen; die liggen besloten in je genen. 
  • Omstandigheden: De omstandigheden waarin je opgroeit. Hoe voeden je ouderss/verzorgers je op.
  • Levenservaringen. Je kunt je voorstellen dat sommige ervaringen in je leven van grote invloed. (oorlog, scheiding, verlies van dierbaren en zinloos geweld). Maar ook succeservaringen hebben invloed bijvoorbeeld het behalen van diploma's en sportprestaties.
  • Zelfbepaling. Dit is de mate waarin je zelf controle neemt over je leven. Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen niet hetzelfde te doen als je ouders. 



Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Digitale leeromgeving
Les 1: module 4 – H1
- Opdracht 1 t/m 5

Slide 15 - Tekstslide

Module 4: Je persoonlijkheid en assertiviteit. Hoofdstuk 1.1 + 1.2
LES 2

Slide 16 - Tekstslide

lkdjfpawoij

Slide 17 - Tekstslide