3-4 oppervlakte ruit en vlieger

Leerdoel
Je leert de oppervlakte berekenen van een ruit en vlieger.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel
Je leert de oppervlakte berekenen van een ruit en vlieger.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Huiswerk
  • Herhaling
  • Uitleg paragraaf 3.4
  • Aan de slag
  • 5 min pauze
  • Toets voorbereiding

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les
Maak paragraaf 3.4 in je schrift

Slide 3 - Tekstslide

TOETS H3
Woensdag 24 november

Slide 4 - Tekstslide

Hoe bereken je de oppervlakte van een parallellogram?
A
Lengte x hoogte
B
zijde x bijbehorende hoogte : 2
C
Weet ik niet
D
zijde x bijbehorende hoogte

Slide 5 - Quizvraag

Oppervlakte driehoek = .....
A
zijde x bijbehorende hoogte
B
zijde x bijbehorende hoogte x 2
C
zijde x bijbehorende hoogte - 2
D
zijde x bijbehorende hoogte : 2

Slide 6 - Quizvraag

Oppervlakte driehoek GHI is?
A
312
B
1008
C
504
D
480

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van deze parallellogram?
A
25
B
50
C
40
D
30

Slide 8 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte met inlijsten.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van ruit KLMN?
A
20 cm2
B
40 cm2
C
10 cm2
D
30cm2

Slide 11 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte van ruit ABCD.
A
30 cm²
B
60 cm²
C
100 cm²
D
120 cm²

Slide 12 - Quizvraag

Je ziet een vlieger
Hoeveel rechthoekige driehoeken zitten in de vlieger?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Bereken de oppervlakte van de vlieger
A
880
B
336
C
616
D
440

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van de vlieger ?
A
12
B
32
C
24
D
18

Slide 16 - Quizvraag

Terugblik.

Bereken de oppervlakte
van ruit ABCD
A
3x2:2 = 3 3x4 = 12cm2
B
3+3=6 2+2=4 6x4 = 24 cm2
C
3+3=6 6x2= 12cm2
D
2+2=4 4x3 = 12cm2

Slide 17 - Quizvraag

.
Bereken de oppervlakte van de vlieger.
A
400cm2
B
800cm2
C
1000cm2
D
200cm2

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag
Maak paragraaf 3.4 in je schrift.

Maak alle opdrachten behalve 22

Slide 19 - Tekstslide