5.4 Geld genoeg?

5 Hoe werkt de overheid?
5.4 Geld genoeg?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5 Hoe werkt de overheid?
5.4 Geld genoeg?

Slide 1 - Tekstslide

5.4 Geld genoeg?
Je leert:
  • hoe de overheid de inkomsten en uitgaven onder controle houdt
  • hoe je snel van miljarden naar miljoenen rekent en andersom
  • hoe de rijksoverheid aan inkomsten komt
  • wat voor inkomsten de gemeente heeft. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe komt de overheid aan geld?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

5.4 Geld genoeg?
Soorten belastingen
  • Directe belastingen:
     Deze belastingen betaal je rechtstreeks aan de Nederlandse Belastingdienst.
     voorbeelden: loonbelasting, inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting

  • Indirecte belastingen:
     Deze belastingen betaal je aan een winkelier, die deze vervolgens doorstort aan de   Nederlandse Belastingdienst.
     voorbeelden: BTW  en accijnzen

Slide 5 - Tekstslide

5.4 Geld genoeg?
Andere inkomsten
Premies sociale zekerheid
  • premies van de sociale verzekeringen

Niet-belastingontvangsten
  • De winst van overheidsbedrijven
  • boetes

Slide 6 - Tekstslide

Directe belasting
Indirecte belasting
Andere inkomsten

Slide 7 - Sleepvraag

5.4 Geld genoeg?
Miljoenennota
Rijksbegroting: een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven voor het komend jaar.
Miljoenennota: uitleg van de gemaakte keuzes.

  • Meer inkomsten dan uitgaven -> begrotingsoverschot
  • Meer uitgaven dan inkomsten -> begrotingstekort

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide


A
Er is sprake van een begrotingstekort
B
Er is sprake van een begrotingsevenwicht
C
Er is sprake van een begrotingsoverschot

Slide 10 - Quizvraag

De miljoennota is een verzameling van de begrotingen van alle ministeries.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

5.4 Geld genoeg?
Staatsschuld
Bij een begrotingstekort moet de overheid geld lenen:
- van burgers
- van banken
- van verzekeraars
- van pensioenfondsen
- uit het buitenland 

Het totaal aan leningen van de overheid op een bepaald moment noem je de staatsschuld

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer wordt de miljoennota gepresenteerd? (Prinsjesdag)
A
Eerste dinsdag van september
B
Tweede dinsdag van september
C
Derde dinsdag van september
D
Vierde dinsdag van september

Slide 13 - Quizvraag

5.4 Geld genoeg?
Snel van miljarden naar miljoenen
Als je rekent met de overheidsfinanciën, heb je vaak met miljarden en miljoenen te maken. 

Zo reken je snel op van miljarden naar miljoenen:


Slide 14 - Tekstslide

€35 miljard = € ..... miljoen

Slide 15 - Open vraag

€0,8 miljard = € ..... miljoen

Slide 16 - Open vraag

5.4 Geld genoeg?
Snel van miljoenen naar miljarden
Als je rekent met de overheidsfinanciën, heb je vaak met miljarden en miljoenen te maken. 

Zo reken je snel op van miljoenen naar miljarden:


Slide 17 - Tekstslide

€2.300 miljoen = € ..... miljard

Slide 18 - Open vraag

€ 600 miljoen = € ..... miljard

Slide 19 - Open vraag

5.4 Geld genoeg?
Inkomsten gemeente
  • Gemeentefonds (geld van het Rijk)
  • Onroerende zaakbelasting (op basis van WOZ-waarde woning)

Andere inkomsten
- rioolheffing
- afvalstoffenheffing
- hondenbelasting
- toeristenbelasting

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 2, 3, 4, 7 en 8

Online leerroute of blz. 150 t/m 153





Slide 21 - Tekstslide