Zuurstof: Check voorbereiding

Zuurstof: Wat weet je al?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Zuurstof: Wat weet je al?

Slide 1 - Tekstslide

Een neuskatheter breng je zo diep mogelijk in.
A
Juist
B
Fout

Slide 2 - Quizvraag

Als een zorgvrager door de zuurstofbril last heeft van droge plekjes aan de neus, breng je vaseline aan.
A
Juist
B
Fout

Slide 3 - Quizvraag

Tekst
Moedertank (vloeibare zuurstof)
Concentrator
Zuurstofcilinder

Slide 4 - Sleepvraag

Hoeveel liter zuurstof zit er in een zuurstofcilinder van 2L met een druk van 60 Bar?
A
2L
B
60L
C
30L
D
120L

Slide 5 - Quizvraag

Zuurstof is een medicijn.
A
Neen
B
Ja

Slide 6 - Quizvraag

Zuurstofbril
Zuurstofkatheter
Venturimasker
Zuurstofmasker
Non-rebreathing masker

Slide 7 - Sleepvraag

Wanneer mag je als verpleegkundige zelf de zuurstofhoeveelheid aanpassen?
A
Als de zorgvrager benauwd is
B
Als de saturatie te laag is
C
Nooit
D
Altijd

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen teken van hypoxie?
A
Ondertemperatuur
B
Verwardheid
C
Benauwdheid
D
Slecht slapen

Slide 9 - Quizvraag

Wat hoort bij elkaar?
Maximum 6L/min
24-28-31-35-40-60%
Minimum 5L/min
10-15L/min

Slide 10 - Sleepvraag

Wat klopt niet?
A
Toegediende zuurstof is erg droog
B
Zuurstof is verslavend
C
Zuurstoftoediening kan kortdurend of langdurend zijn.
D
Zuurstof toedienen is een risicovolle handeling

Slide 11 - Quizvraag