Les van Havo 3: vrijdag 22 november

Chapitre 2
Havo 3      Bienvenue

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 2
Havo 3      Bienvenue

Slide 1 - Tekstslide

révision contrôle
Inzien pw
Tijd voor vragen


Slide 2 - Tekstslide

Chapitre 2: Du temps pour moi
  • But = vertellen over je vrije tijd
  • Start: introductie filmpje 
  • Vocabulaire = activiteiten, hobby's, films en series, mening
  • Tuyaux = signaalwoorden
  • Grammaire = à en de + lidwoord 

PAGE 54,55 


Slide 3 - Tekstslide

Programme de vendredi, le 22 novembre:
Introduction: Filmpje over vrije tijdsbesteding.
  • A. Écouter Faire 5,6,7 page 58-61
  • B. Lire page 63: Faire 8,9, 10 page 62-64
  • C.Phrases-clés
  • D: Indien tijd over Grammaire 1

But = Ik kan een tekst over vrije tijd begrijpen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

DÉTAIL INTÉRESSANT Je hebt vast weleens gehoord van après-ski? Wist je dat dit in Frankrijk niets te maken heeft met gezelligheid? In Frankrijk is après-skis het woord voor snowboots. Oftewel de sneeuwlaarzen die je après het skiën aantrekt.

Slide 6 - Tekstslide

Au travail!
A:    Écouter : un weekend super cool!

Faire : 5, 6, 7 

Slide 7 - Tekstslide

Corriger

A. Écouter

Slide 8 - Tekstslide

Le verbe 'Faire'
Wat betekent faire?

Slide 9 - Tekstslide

faire les magasins

Slide 10 - Open vraag

faire la grasse matinée

Slide 11 - Open vraag

se reposer

Slide 12 - Open vraag

le cours

Slide 13 - Open vraag

tard

Slide 14 - Open vraag

B. Lire (p. 62)
Faire: ex. 9 + 10cd

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

la vie
le début
l'argent
la fois
selon
chaque
comme
parfois
soms
de keer
ieder
het leven
als, zoals
het begin
volgens
de keer

Slide 18 - Sleepvraag

Combineer de Nederlandse betekenis met de Franse zin
Il aime le sport?
Oui, il fait du basket.
Et toi, qu'est-ce que tu fais?
Je fais de la natation.
Que fais-tu pendant ton temps libre?
J'aime regarder des séries.
Super! Moi aussi!
Ik hou van series kijken. 
En jij, wat doe jij?
Houdt hij van sport?
Super! Ik ook!
Wat doe je in je vrije tijd?
Ik doe aan zwemmen. 
Ja, hij doet aan basketbal. 

Slide 19 - Sleepvraag

le temps libre / hobby
autre chose
aller au cinéma
avoir un exposé
être malade
faire de la musique
avoir besoin de
jouer au saxophone
lire des magazines
regarder la télé
surfer sur internet
tomber amoureux

Slide 20 - Sleepvraag

avoir le temps (de)
het begin
chez moi
de vrije tijd
de ster
avoir envie (de)
l'étoile (v)
le début
le temps libre
tijd hebben (om)
zin hebben (om)
bij mij

Slide 21 - Sleepvraag

E Regarder

Slide 22 - Tekstslide