8. Chapitre 2: Du temps pour moi

Chapitre 2
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 2

Slide 1 - Tekstslide

Chapitre 2: Du temps pour moi
  • But = vertellen over je vrije tijd
  • Vocabulaire = activiteiten, hobby's, films en series, mening
  • Tuyaux = signaalwoorden
  • Grammaire = à en de + lidwoord & werkwoorden op IR


Slide 2 - Tekstslide

Programme
  • Herhalen, herhalen....de kracht van.... Le Passé Composé
  • Introduction: activités sportives dans les montagnes
  • A. Ecouter
  • Surprise ???


But = Ik kan een tekst over vrije tijd begrijpen

Slide 3 - Tekstslide

Au boulot (aan de slag)



Ga aan de slag met het oefenblad 
passé composé met AVOIR


timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

       Introduction chapitre 2

- Regardez la vidéo page 56 de ton livre

Slide 5 - Tekstslide

Quelle activité aimez-vous faire?
A
Faire du VTT
B
Faire du ski
C
Faire des promenades
D
Faire de la luge

Slide 6 - Quizvraag

Cherchez sur Internet:
Waar in Frankrijk vind je het grootste ski-gebied?

Slide 7 - Open vraag

Cherchez sur Internet: Waar in Frankrijk vind je de hoogste bergen?

Slide 8 - Open vraag

Cherchez sur Internet: Waar in Frankrijk vind je de langste piste?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

DÉTAIL INTÉRESSANT Je hebt vast weleens gehoord van après-ski? Wist je dat dit in Frankrijk niets te maken heeft met gezelligheid? In Frankrijk is après-skis het woord voor snowboots. Oftewel de sneeuwlaarzen die je après het skiën aantrekt.

Slide 11 - Tekstslide

le chasse-neige
la station de ski
le masque
le tire-fesses
le moniteur de ski
de skibril
de skileraar
het skidorp
de sleeplift
de pizzapunt (skitechniek voor beginners)

Slide 12 - Sleepvraag

J'aime faire du ski!
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Au travail!
En Ligne
Chapitre 2
A. Ecouter (oordopjes in)
Exercice 4 + 5 + 6 + 7
Oefening baart kunst!

Slide 14 - Tekstslide

Alles staat in SOM

Slide 15 - Tekstslide

Blooket

Slide 16 - Tekstslide

Chapitre 2

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Programme
Parler: speeddate

B. Lire

Slide 19 - Tekstslide

timer
1:00
Wat doe je in het weekend?

Slide 20 - Tekstslide

Controleren
A. Ecouter
Online

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Le verbe 'Faire'
Wat betekent faire?

Slide 23 - Tekstslide

Font

Faites
Fais
Fait
Faisons
Fais
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Slide 24 - Sleepvraag

faire les magasins

Slide 25 - Open vraag

faire la grasse matinée

Slide 26 - Open vraag

se reposer

Slide 27 - Open vraag

le cours

Slide 28 - Open vraag

tard

Slide 29 - Open vraag

B. Lire (p. 62)
Faire: ex. 9 + 10cd

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

la vie
le début
l'argent
la fois
selon
chaque
comme
parfois
soms
de keer
ieder
het leven
als, zoals
het begin
volgens
de keer

Slide 33 - Sleepvraag

Combineer de Nederlandse betekenis met de Franse zin
Il aime le sport?
Oui, il fait du basket.
Et toi, qu'est-ce que tu fais?
Je fais de la natation.
Que fais-tu pendant ton temps libre?
J'aime regarder des séries.
Super! Moi aussi!
Ik hou van series kijken. 
En jij, wat doe jij?
Houdt hij van sport?
Super! Ik ook!
Wat doe je in je vrije tijd?
Ik doe aan zwemmen. 
Ja, hij doet aan basketbal. 

Slide 34 - Sleepvraag

le temps libre / hobby
autre chose
aller au cinéma
avoir un exposé
être malade
faire de la musique
avoir besoin de
jouer au saxophone
lire des magazines
regarder la télé
surfer sur internet
tomber amoureux

Slide 35 - Sleepvraag

avoir le temps (de)
het begin
chez moi
de vrije tijd
de ster
avoir envie (de)
l'étoile (v)
le début
le temps libre
tijd hebben (om)
zin hebben (om)
bij mij

Slide 36 - Sleepvraag

E Regarder

Slide 37 - Tekstslide