29/11. Chapitre 2: Du temps pour moi

Chapitre 2
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 2

Slide 1 - Tekstslide

La météo

Slide 2 - Tekstslide

Chapitre 2: Du temps pour moi
  • But = vertellen over je vrije tijd
  • Vocabulaire = activiteiten, hobby's, films en series, mening
  • Grammaire = à en de + lidwoord & werkwoorden op IR


Slide 3 - Tekstslide

Programme
  • Herhaling grammatica van hoofdstuk 2
  • G.Phrases-clés
  • E.Grammaire -écrire
  • SO nakijken

But = Kun je vertellen wat vind je leuk om te doen.
            Kun je een kort verhaal schrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Apprend Voca E en F - page 87
Traduis la phrase suivante et note sur ton cahier OU ton livre:
Le week-end je me lève tard. Je joue aux jeux vidéos et je fais du fitness. 
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide





Doel: Kun je vertellen wat je leuk vindt om te doen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Au travail
Wat: ex. 30c t/m 30d p. 84
ex. 32 p.85
Hoe: Zelfstandig in stilte
Tijd: Rest van de les. Niet klaar wordt huiswerk
Hulp: Docent /Boek

Doel: Kun je een kort verhaal schrijven

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

timer
7:00

Slide 14 - Tekstslide

DÉTAIL INTÉRESSANT Je hebt vast weleens gehoord van après-ski? Wist je dat dit in Frankrijk niets te maken heeft met gezelligheid? In Frankrijk is après-skis het woord voor snowboots. Oftewel de sneeuwlaarzen die je après het skiën aantrekt.

Slide 15 - Tekstslide

Au travail!
A   Écouter : un weekend super cool!

Faire : 5, 6,7 
Oefening baart kunst!

Slide 16 - Tekstslide

le chasse-neige
la station de ski
le masque
le tire-fesses
le moniteur de ski
de skibril
de skileraar
het skidorp
de sleeplift
de pizzapunt (skitechniek voor beginners)

Slide 17 - Sleepvraag

J'aime faire du ski!
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Chapitre 2

Slide 19 - Tekstslide

Programme
Parler: speeddate

B. Lire

Slide 20 - Tekstslide

timer
1:00
Wat doe je in het weekend?

Slide 21 - Tekstslide

Controleren
A. Ecouter
Online

Slide 22 - Tekstslide

Le verbe 'Faire'
Wat betekent faire?

Slide 23 - Tekstslide

Font

Faites
Fais
Fait
Faisons
Fais
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Slide 24 - Sleepvraag

faire les magasins

Slide 25 - Open vraag

faire la grasse matinée

Slide 26 - Open vraag

se reposer

Slide 27 - Open vraag

le cours

Slide 28 - Open vraag

tard

Slide 29 - Open vraag

B. Lire (p. 62)
Faire: ex. 9 + 10cd

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

la vie
le début
l'argent
la fois
selon
chaque
comme
parfois
soms
de keer
ieder
het leven
als, zoals
het begin
volgens
de keer

Slide 33 - Sleepvraag

Combineer de Nederlandse betekenis met de Franse zin
Il aime le sport?
Oui, il fait du basket.
Et toi, qu'est-ce que tu fais?
Je fais de la natation.
Que fais-tu pendant ton temps libre?
J'aime regarder des séries.
Super! Moi aussi!
Ik hou van series kijken. 
En jij, wat doe jij?
Houdt hij van sport?
Super! Ik ook!
Wat doe je in je vrije tijd?
Ik doe aan zwemmen. 
Ja, hij doet aan basketbal. 

Slide 34 - Sleepvraag

le temps libre / hobby
autre chose
aller au cinéma
avoir un exposé
être malade
faire de la musique
avoir besoin de
jouer au saxophone
lire des magazines
regarder la télé
surfer sur internet
tomber amoureux

Slide 35 - Sleepvraag

avoir le temps (de)
het begin
chez moi
de vrije tijd
de ster
avoir envie (de)
l'étoile (v)
le début
le temps libre
tijd hebben (om)
zin hebben (om)
bij mij

Slide 36 - Sleepvraag

E Regarder

Slide 37 - Tekstslide