Een adolescent laat het kritisch denken los en gaat genuanceerd denken. Zijn mensenkennis en inlevingsvermogen nemen toe. Hij gaat zich realiseren dat gewoonten, regels en waarden en normen samenhangen met verschillen tussen mensen en verschillen in opvoeding en levensomstandigheden. Een adolescent bekijkt de dingen steeds genuanceerder. Ook ontwikkelt hij eigen ideeën en eigen standpunten en een eigen visie op het gebied van geloof, politiek, economie en milieu.