1 Hij wil uitbreken (“ich muss hier ausbrechen”) / weglopen (“… bin ich schon auf und davon”) / zijn leven weer onder controle krijgen (“Ich brauche die Kontrolle zurück”). Hij wil zelf beslissen hoe hij wil leven / wat hij met zijn leven wil doen (“ich will mein Leben selbst gestalten”).
2 Voorbeeldantwoorden: Fleisch und Blut, Atemzug, Wut, Euphorie, Fantasie, Leben, Kontrolle
3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Huiswerk maken, kamer opruimen, hond uitlaten, tafel dekken, vaatwasser in- en uitruimen.